terug naar de index

1 Mei 1945

Zou de Meimaand ons de Vrede die zo zeer begeert wordt brengen? We zijn druk aan de schoonmaak. Veel zin om te werken is er niet want de berichten komen bij de vleet binnen. Ze zijn aan het onderhandelen met de moffen. Stam van de overkant kwam kijken. Die hadden we meteen al op de kar, dat er met de hooitijd geen onderduikers meer zouden zijn. Nu dat was natuurlijk niet waar. Wedden met f 25,-- dat het met de hooityd nog niet af is. Je zoudt het haast doen.

De stallen moeten vandaag schoon, we zullen dus maar gauw aan de slag gaan. Er is weer een stommiteit uitgehaald van jewelste. Ze hebben een blaadje van de ondergronse krant VRIJ NEDERLAND bij de moffen in de bus gedaan. Als het een beetje tegen loopt zullen we op het laatste ogenblik nog in de narigheid komen.

We hebben twee mensen uit Utrecht die om eten kwamen en die al beweerden dat het in Utrecht al feest was. Het was volgens hen al om 7 uur door de Radio gekomen. Hitler is dood en Mussert is gevangen genomen. Berlijn geheel in handen van de Russen en ik heb al tegen Oome Dorus gezegd: "Als het waar is Oome Dorus ... dan de schoonmaak afmaken en dan... NAAR HUIS".

Naar huis voorgoed. Bijna dertien maanden onafgebroken weggeweest. Als het thuis nu maar allemaal goed is. Een mens kan zijn geluk bijna niet op.

2 Mei 1945

Om 6 uur trommelt Jaap me bed uit. De dors moet schoon vandaag. Wat zullen we vandaag allemaal weer te horen krijgen. Komt het vandaag? We voelen eigenlijk niet eens meer dat het oorlog is. De eerste sensatie van de dag was dat er een vracht Engelse levensmiddelen inplaats van Bommen in de lucht was. Het is ideaal zomer weer. Een leven van geluk als we niet wisten, dat in de steden de mensen liepen te verhongeren. De dagen vliegen. Elke dag nieuwe sensaties in afwachting van het grote gebeuren. Het raast weer in de lucht gauw met het fototoestel naar buiten.

Boven de kerktoren van Schermerhorn vlogen de voedselbrengers. We waren druk bezig toen er ineens een stel moffen kwamen. Onwillekeurig waren we toch bang. Het was echter niet nodig want inplaats van mensen kwamen ze eten halen. Ze hadden tabak medegenomen en hadden de oorlog niet gewild. Zo beginnen ze nu al. Oome Dorus stond aan de dijk te kijken en ik zei tegen Jaap: "Kom op dan gaan wij ook een kijkje nemen." Maar Jaap zit de schrik ook nog in zijn benen.

Toevallig hoorden we vanmorgen ook weer vertellen, dat er in Zwaag tien mensen zijn doodgeschoten die het leven moesten laten omdat er een hoge nsb-er werd vermoord. Uit-is en blijft nogwel geboden.

Het gesprek komt op Indie. De een zegt dat komt wel weer in orde en een ander zegt, dat zien we niet meer terug. Wie zal het weten. Het is jammer, als we kwijt raken. Ik heb vandaag pech. Mijn hele verzameling illegale blaadjes is verdwenen. Oome Dorus was maar bang dat de moffen zouden komen voor huiszoeking en heeft ze daarom maar verscheurd.

3 Mei 1945

In alle vroegte met Jaap samen de wagenloods volgens plan ontruimd en daarna de boet. Het erf staat vol met allerhande gereedschap en wagens. Een boerderij schoonmaak is een drukte van belang, maar met een week is het wel daan en dat is het voornaamste. Er zit tenminste schot in de zaak. Veel zin om te werken is er niet. We staan de hele dat zowat op de dijk om te kijken naar de voedsel werpers. Soms vliegen ze zo laag dat je duidelijk de onderscheidingstekens kunt zien.

4 Mei 1945

Het weer is van de pen. Komt niet goed uit met de schoonmaak. Ik moet gaan kazen Oome Dorus is aan de butter en Jaap en Thijs zijn aan het mest varen. Na de middag komt het eerste nieuws binnen. Admiraal Donitz die Hitler zou opvolgen is er vandoor vermoedelijk naar Denemarken. Siemen Veldboer wist te vertellen dat Prins Bernhard in contact was met Sys Inquart in een klein plaatsje tussen de linies. En het zal niet lang meer duren ... We krijgen weer electrisch en eten. Een geweldige hoeveelheid eten wordt aangevoerd de autoweg van Brabant naar Rotterdam was hiervoor vrijgegeven. Je zou zeggen het bestaat niet dat het nog lang kan duren. 5 uur. 'Koppiestijd' Ik kan eigenlijk niet precies neerschrijven, wat voor een gevoel ik op het ogenblik heb. Schuddeboom uit Alkmaar is gearriveerd. Het bleek dat deze aan de O.G. was en vertelde dat de capitulatie een feit werd morgen ochtend om 8 uur Morgen

5 Mei 1945 is het dus een historische dag in ons leven.

V R E D E .. we kunnen het zelf niet geloven. Als Schuddeboom thuis kwam kon hij elk ogen blik zijn oproep verwachten. In Utrecht moesten de moffen hun wapens inleveren. Het gesprek van de dag is het lange verwachte en begeerde doel Vrede en nog eens vrede. Er wordt maar over gepraat en we kunnen het niet eens aan. We zijn vrij. De schoonmaak is ineens vergeten We zitten met zijn allen om de ronde tafel en de stemming is volmaakt.

Oome Dorus haalt de knip voor de dag. We krijgen allemaal een Vredes gratificatie dat is voor een Engelse FIETS ... en dat we er dan maar gauw op kunnen rijden. Als alles klaar is en we hebben gegeten pak ik mijn dagboek en schrijf deze regels met een verheugd en blij gemoed nog een paar dagen en dan is weer een deel van mijn leven afgesloten Het deel dat ik ondergedoken was bij Dorus van der Lee Walingsdijk Ursem. Ellen lang zou het stuk kunnen worden maar ik heb geen rust om lang te zitten schrijven we gaan weer praten en ons verlustigen met toekomstdromen

5 M E I 1 9 4 5

Was 10 Mei 1940 een historische dag deze is het nog meer de VICTORIE dag van 1945. Nauwelijks zijn we uit bed in de heerlijke frisse zomerse buitenlucht of de geruchten doen al weer de ronde. Geen Zaterdag zo kwaad of de zon schijnt vroeg of laat. Vandaag was het wel de Oranje zon die de blijheid van deze dag verhoogde. De eerste melkhaler kwam opdagen. We zeiden al tegen hem: "Man kom je melk halen het is al Vrede!" Deze wist ook te vertellen dat het zo ver was en dat het om 12 uur vannacht ingegaan was. Iets duidelijker werd het toen er iemand met 'Paraat' kwam waarin stond dat de Duitse legers In Noord Wes Duitsland West Nederland en Denemarken hadden gecapituleerd. Goddank hebben we nu toch eindelijk zekerheid. De stille hoop die we hadden is nu toch werkelijkheid geworden.

De Stemming? Ideaal. Niemand had zin om te werken. We liepen maar steeds de dijk om te kijken of er iets bijzonders ging gebeuren. De voedselbrengers zaten weer in de lucht. De schoonmaak, werd gladweg vergeten hoewel nog de kamer en de binnenkamer onderhanden hadden. We voelden het eigenlijk nog niet in volle omvang wat het betekent vrij te zijn. Vrij om te gaan waar we willen. Eindelijk zijn we dan van dat vervloekte moffentuig af. We hebben ook een krantje van Paraat te pakken en als we er in staan lezen komt er zo'n mannetje uit de stad bij staan en wil ook eens lezen. Als we tegen hem zeggen dat hij maar moet maken dat hij in de stad komt omdat het VREDE is wil hij het niet geloven Waar hebben jullie dat dan gelezen? Maak je maar niet blijd met een doode mus hoor! Kijk dan zelf maar meneer hier staat het NEDERLAND EINDELIJK BEVRIJD LANDGENOTEN GE KUNT NU WEER DE VRIJE LUCHT IN ADEMEN Gedraag U waardig enz. enz ... Ziet U meneer? Maar meneer antwoordt: "Jullie zijn gek dat je dat gelooft. Paraat is zeker van de Sociaal democraten en die hebben altijd van die fnuikende berichten!!" Het andere mannetje dat ons het krantje had gegeven verdween maar weeer gauw met zijn bulletin. Maar wij waren bevryd Ze konden ons niets meer wijs maken.

Op de buurt was de ondergrondse bovengronds geworden. We hoorden al vertellen dat het in Alkmaar feest was Overal de vlaggen uit Ieder wil tonen dat hij waard is bevrijd te zijn. Op Ursem zullen we ons nog wat moeten inhouden, want we waren nog bezet. De moffen zaten nog steeds in café Oudejans. Ondanks alle emoties waren wij maar aan de schoonmaak. Ik had er verdorie geen klap zin meer in. Maar ja we waren eenmaal begonnen dus moesten we afmaken. Jaap was buiten om in de weer Thijs was aan het schrobben en die arme onderduiker most het plafond schoonmaken. Nu toen ik eenmaal klaar was kreeg ik pas goed in de gaten hoe het moest. Eerst een soppie dan een azijn soppie en dan afdrogen. Halverwege ben ik een baan vergeten, maar toen ik klaar was en ik vroeg hoe bevalt het was het 100% waar ik uit op maakte, dat je gerust een baantje mag vergeten Tante Neel.

Eindelijk als het een uur of vijf is hebben we dit hoofdstuk ook weer gehad en zal ik wel nooit meer een boerderij schoon zal maken. Als ik even weg wil gaan komt juist Nic Luytjes opdagen en zegt dat het VREDE is wat we inmiddels al lang wisten, maar dat ik me gereed moest houden omdat de ondergrondse die nu bovengronds zou gaan werken in actie moest komen. Nu mocht het wel dus konden ze me roepen als ze me nodig hadden. Het was jammer dat we de vlaggen nog niet uit konden steken. Overal was dat het geval. Alleen hier niet want de moffen waren nog aanwezig en toen iemand op de buurt de vlag wilde uitsteken moest hij hem weer inhalen anders zou dat tuig nog gaan schieten. Maar om zeven uur mocht het toch en in een minimum van tijd hing Ursem ook in de vlaggen

Na het eten hebben we dan voor het eerst onze vrijheid benut en zijn we met zijn drieen Jaap Thijs en ik een stukje gaan lopen. Heel de gemeente was ter been. Bij Oudejans waar de moffen zaten was een hele oploop en daar kregen we alvast wat te zien wat nu juist weer niet moest. De moffen waren bijna stom drunken. De commandant van dat zoodje stond met zijn trawanten op het balcon. Letterlijk en figuurlijk met de fles in zijn hand. En daar stond me daar zo n uitgekookt endje mens te bedelen aan de mof om een borreltje. Een jongen van bij de dertig. Hij klom op het balcon en kreeg een beetje uit de fles van de commandant. Schijn- was hij daar zo blij mee dat hij de commandant de hand drukte. De moffen vonden het echter nu al weer welletjes en om 9 uur moest de bevolking naar huis. Een paar moffen met het geweer kwamen en binnen een wip was de buurt leeg.

6 Mei 1945 Te Deum Laudamus.

Het klonk triomfantelijk. Het deemoedig Da Pacem Domine was veranderd in een danklied. Een volle kerk dankt God voor zijn goede heerlijke Gave De VREDE. Maandag ga ik naar huis. Ik zou wel willen lopen. Niet dat ik het hier zo slecht heb onee maar mijn huis trekt me ik voel het.

Uit de middag kerk loop ik samen met Herman Dornseiffen uit Haarlem op. Een kopje koffie bij Henk en Trien en dan weer op huis aan. We hebben huiselijk feest Oome Arie is ook weer uit Utrecht gearriveerd om Tante Truus te halen en verteld het een en ander uit Utrecht. Daar reed de ene vracht auto met levensmiddelen na de ander de stad binnen en deze werden natuurlijk met het nodige gejuich begroet. Het begon echt gezellig te worden Siemen en zijn Moeder kwamen ook en met zijn allen hebben we het feest maal goede eer aangedaan.

Nu was de gelegheid daar om mijn goede pleegouders te bedanken. Ik ben geen redenaar hoor maar ik geloof toch wel dat het ging, als volgt ..

"Beste Tante Neel en Oome Dorus. Nu we eindelijk de lang verwacht Vrede hebben en de tijd komt dat ik weer voorgoed naar huis ga, wil ik U eerst eens hartelijk bedanken voor al die zorgen die U deze dertien maanden aan mij hebt besteed. Toen ik kwam dacht ik, hoe houd ik het hier uit, Eenmaal ingeburgerd, nu dat gaat wel, en nu ik vertrek, al duurde het nog een jaar, dan ging dat ook wel. Veel gevaren zijn ons gelukkig voorbij gegaan. Hoewel de holen zo nu en dan in gebruik moesten komen, liep het gelukkig met de schrik alleen af De VREDE is nu werkelijk geworden." Precies zoals de Kapelaan vanmorgen al zei: "Je kan je gevoelens zo slecht onder woorden brengen,

Zo is het ook met mijn dankbaarheid. Oome Dorus en Tante Neel, als ik U bedank is het om de hartelijkheid en het medeleven die ik van U mocht ondervinden. Dat ik me hier thuis voelde, was voor mij het belangrijkste. En dat U als een Vader en een Moeder voor me hebt gezorgd daar had ik niet eens op durven hopen. Voor dit alles wil ik U van harte bedanken. Gelukkig zijn nu al die zorgen voorbij. Tante Neel U mag ik nog wel eens extra bedanken voor de aardige attenties en voor de moed die U me zo dikwijls hebt ingesproken. Wat kan ik daar nu als tegenprestatie voor doen? Ik hoop dat U voor dit alles de Zegen van boven zult krijgen Dat zal mijn taak zijn op geestelijk gebied daar voor te zorgen en ook op stoffelijk gebied hoop ik U mijn dankbaarheid te betonen. Ik hoop dat U zo gauw als de toestand weer normaal is naar mijn huis komt. Oome Dorus en Tante Neel misschien is mijn dankwoordje wel wat klein, en de woorden wel wat gewoon gekozen U kunt er echter van verzekerd zijn, dat ik het van harte meen. Ik heb gezegd."

Ik geloof dat ze klapten! Hierna sprak Oome Dorus een kort woordje. Hij beloofde spoedig eens naar Hillegom te komen en zei dat hij wel begreep, dat het van harte gemeend was. Je hebt dit jaar getoond je te kunnen aanpassen. Tante Neel bevestigde dit en was ook tevreden over haar pleegzoon. We stonden allen op en klonken op DE BETERE TOEKOMST een lang zullen we leven en Leve de Koningin. Zo hebben wij op intieme wijze ons Vredesfeest gevierd.

Als de klok al 11 uur heeft geslagen lig ik in bed naast Thijs. Als een film gaat deze tijd aan me voorbij, Daar loop ik weer op de weg van HeerHugowaard naar Obdam. De eerste rit naar Ursem &Terug naar Obdam. De eerste indrukken in het land, bezoek van mijn Vader, de angst als er moffen waren, de branddag, de hongerwinter, het oppakken van de onderduikers van der Lee en Groen, het ondergrondse geval, de laatste dagen, De VREDESDAG, en nu lig ik nog naast Thijs, nog een paar nachten en.. hoe zal het thuis zijn.. er zullen toch geen ongelukken gebeurd zijn? ik heb al een paar maanden geen bericht gehad. Hoe zou het met Jan in Duitsland zijn? Wat leef je hier toch eigenlijk rustig, tevreden. Wat is alles toch snel gegaan. Het is maar goed dat ik alles heb opgeschreven eigenlijk nog veel te weinig, en als je dan denkt aan de jongens die het slecht hebben getroffen bij verschillende boeren, want die waren er toch ook. Je bent eigenlijk nog lang niet dankbaar genoeg, en dan komt de slaap. Ik voel me gelukkig en dankbaar.

7 Mei 1945 Alles wat eerst ondergronds was is nu bovengekomen.

Het is een en al oranje en rood wit en blauw. Op de buurt was het al weer gezellig druk. De moffen waren in de richting Alkmaar vertrokken. We waren dus ook vrij. De zaak van Oudejans was al gauw door de ondergrondse bezet. En Bontje zou het verkeer wel eens even regelen. Nu dat ging hem goed af. Alle B.S. mannen had een band om de arm zodat ze duidelijk te herkennen waren. Dus nu nog een weinig tijds en ik ga deze omgeving verlaten.Het is prachtig weer om er op uit te trekken hetgeen dan ook gebeurd. Het eerste doel van mijn tocht is Obdam.

Ik ben bij Oome Thijs en de Fam. Dekker gedag gaan zeggen. Het leven is ineens weer veel mooier. Alles om je heen is in feeststemming en je zou niet zeggen dat we een paar weken terug nog in de grootste wereldoorlog zaten. Terug uit Obdam was de ondergrondse sectie waar ik bij was ingedeeld al druk aanhet oefenen op de dijk en s avonds moest ik ook komen. We kregen ook een band met ORANJE erop en zouden morgen naar Alkmaar gaan. Van naar huis gaan zal dus eerst wel niet veel komen.

8 Mei 1945

Half tien. Verzamelen bij Siemen Veldboer. Daar is als ik aankom al een bedrijvigheid van jewelste. Allerhande jongens uit Ursem en een groot deel onderduikers maken deel uit van de sectie WINNIPEG. De meeste jongens zijn in een blauwe overall gestoken en hebben de band om. We krijgen de nodige instructies en een Sten dan marcheren op de dijk. Het is een pracht gezicht zo'n stel van die vredelievende onderduikers die van het militaire leven toeten nog blazen weten daar te zien marcheren. Eerlijk gezegd voel ik me als een kat in een vreemd pakhuis. Als er een tussen de groep loopt die geen soldaat is, dan ben ik het wel. En fin we marcheren. Links rechts & Links rechts & Links uit de flank enz. Als we zo tot de avond door gaan dan leren we het wel. De jongens die dicht bij wonen kunnen thuis gaan eten. Daar hoor ik ook bij. Thuisgekomen blijkt dat het gehele Duitse leger heeft gecapituleerd De wapen leveranciers kunnen dus met recht op hun lauweren gaan rusten.

Oome Arie en Tante Truus zijn weer naar Utrecht vertrokken. Rest nog mijn vertrek. Om eerlijk de waarheid te zeggen het bevalt me best zo. Wilde ik eerst met alle geweld naar huis, nu maak ik niet zoveel haast meer. Oome Dorus is nog maar steeds bang dat het vechten wordt met de moffen, Kijk dus maar goed uit, je kunt nooit weten. Het vertrek naar Alkmaar gaat niet door. De auto is gekomen, maar kreeg pech en had geen benzine, zodat wij daar de hele middag maar in het heerlijke voorjaarszonnetje op de Walingsdijk liepen te marcheren. Als eerste vruchten hiervan kregen we Am.Biscuit. Commando op de plaats rust! We houden Krijgsraad. Van de buurt komt een geweldig gejuich. erop af (Wat een discipline) Daar was intussen een wagen van de B.S. van Westwoud gearriveerd met drie verraders. Onder een geweldig gejuich stopte de auto voor het raadhuis. Als het goed en wel stil is moet een ervan Oranje boven roepen en de ander moet het Wilhelmus zingen. En de mensen staan er zowat bij te dansen. De een schreeuwt "Geef hem een opdoffer" en een ander wil het nog erger. Als je dit zo bekijkt en je denkt er dan bij dat de delinquent diverse mensen heeft aangebracht. Enfin het kan nog erger. Even later arriveert de marechaussee die ook geweldig wordt toegejuicht en dan vertrekt het hele stel naar Alkmaar.

9 Mei 1945

Direct na het middag eten wordt alles gereed gebracht voor het vertrek naar Alkmaar. Ieder krijgt een wapen en daar gaan we in de beste stemming naar de stad. Op Rustenburg stoppen we. Er komen nog een paar BS mannen met een grote vlag en onder het zingen van het Wilhelmus rijden we verder. Overal langs de weg vlaggen en als we voorbij kwamen zwaaide de mensen. Je voelde je als een bevrijder. Op het Hofplein werd onze wagen gestald en we de stad in. Het eerste gezicht was al geweldig een zee van vlaggen bijna huis aan huis en soms nog een twee drie hoog. Vlakbij ons stopte een Canadees die naar Den Helder moest. Een boom van een kerel op geweld van een motorfiets en direct natuurlijk een stel mensen er omheen. Als e goed en wel in de stad zijn kijken we onze ogen uit. Juist komt een ploeg BS mannen met een land verrader aansjouwen. Op zijn rug zat een papier met "IK BEN EEN LANDVERRADER" Deze mens beefde over zijn gehele lichaam had hij dat maar eerder gedaan. Hij moest roepen Leve de Koningin en Ik ben een landverrader. Dat laatste vond hij zeker niet waar, want dat vertikte hij toch.

De zeldzaamste ideen werden uitgevonden. Hij moest op een ronde ton gaan zitten die op een auto was vastgemaakt. Handen in de hoogte en zo de stad door. En het volk maar juichen. Even verder kwam een peloton aan met in hun midden een heel stel slachtoffers die grootste in letterlijk en figuurlijke betekenis was een S.D.agent. Deze liep met een boek van hitler mein kamp hoog boven zijn hoofd. Langs de wegen rijen mensen. En elke keer als zo'n stel voorbij kwam, was het een juichen van jewelste. Bij het politie bureau was het bordje Polizei amt al vervangen door Dutch Police.

Juist kwam er een auto met een paar Canadezen en een paar moffen aan. De eerst genoten aller belangstelling de anderen daar werd niet naar omgekeken. We raakten met een Canadees aan de praat zo goed en zo kwaad als het ging en zeiden, dat we blij waren dat de Amerikanen gekomen waren, waarop hij antwoorde "en de Canadezen toch zeker". Nu die natuurlijk ook. Op onze vraag hoe hij ons land vond voor zover hij het gezien had, zei hij "Very fine". Nu dat namen we maar aan.

Op de Laat loop ik tegen Piet Oostermeyer op. Juist kwam er weer een stelletje aan. 13 NSB ers allemaal met hun handen in de lucht, als er een zijn handen liet zakken, dan riepen de mensen "hoger", wat tot gevolg had dat er weer een BS man een por met zijn sten gaf die het gewenste resultaat opleverde. Tegen acht uur waren we weer ingerukt zonder in dienst te zijn geweest van betekenis. Onder het eten stelde Oome Dorus voor, dat ik maar tot 21 Juni moest blijven, dan kon ik hier nog de bevrijdingsfeesten meemaken. Eerlijk gezegd hoefde ik daar niet langer dan een ogenblik over na te denken. Ik ben nu dertien maanden hier en het valt me moeilijk om voor goed weg te gaan.

11 Mei 1945

De BS man ligt ziek te bed. En met dit prachtige weer onder de wol voegt helemaal niet. Na de middag komt Jaap Ruiter me halen. We moeten op wacht staan bij Rustenburg- Oudejans. Met Klaas van Zutphen, Kees Kobbes en Dirk Luytjes had ik de 2de wacht van 12 uur tot 6 uur 's morgens dat kon dus nogal toe. Met een stevig zeiljack uitgerust en de sten erbij liepen we daar maar zo'n beetje heen en weer en de hele nacht geen sterveling te zien natuurlijk. Tegen de morgen werd het gezelliger. We moesten persoonsbewijzen controleren en als er dan een juffertje aan kwam dan was het ruzie wie er nu weer op af mocht. Prima soldaten en of midden in de nacht .. alles doodstil .. ineens een knal. Die sten was wat op mijn rug gezakt en als ik hem weer op mijn schouder werk, vliegt dat verwenste kogeltje eruit. Het scheelde een haar of ik had die woonschuit die aan de overkant van de ringsloot lag lek geschoten.

12 Mei 1945

Zoals het weeris zo is mijn stemming. Een pracht van een dag en een pracht van een bui. Het mooiste is dat ik van de Commandant verlof heb gekregen. (Zo'n soldaat als ik ben, kunnen ze wel missen) 1 dag vrijaf. Dus 1 dag naar huis. Zaterdagmiddag 4 uur stap ik op de fiets naar Hillegom. Controle post voor Controle post moet ik door en zonder pech. Meestal stonden er een paar Canadezen met 2 B.S. mannen en als ik dan even op mijn band wees was het UNDERGROUND MAN en doorrijden meneer. Tegen acht uur tufte ik Haarlem door en een klein half uurtje later rijd ik al weer in mijn geboorteplaats. Precies een half jaar geleden was ik voor het laatst thuis. De eerste aanblik was hopeloos. Kon je eerst niet kijken van de bomen, nu kon je dat niet zo troosteloos als alles er uitzag. Om zag plaatsen die voorheen vol met bomen stonden zag je nu niets meer dan grote gaten of stronken. Oost West Thuis Best. Daar zie ik ons huisje al weer. Nog een klein stukje... He daar heb je Kees! Wat zie jij er best uit zeg. Nu dat is geen wonder. Een leventje als een vorst. Niet werken en toch eten dat is de kunst. Wat een bleeke snoetjes he? Dat was natuurlijk niet te verwonderen bij een rantsoen van een paar boterhammen per dag. Maar ik was thuis en dat was het voornaamste. Direct natuurlijk vertellen over en weer. En het laatste was nu dat Jan maar gauw uit het moffenland zou komen. Daar houden we de moed maar mee in. De tijd vliegt en voor dat we er erg in hebben is het bedtijd.

13 Mei 1945

Ik voel me niets lekker tussen al die magere mensen en als ik ergens binnen stap is het Heremensen wat zie jij er best uit. Met dat al heb ik het toch nog druk Even hier naar toe en even daar naar toe. Frans komt opdagen en het wordt natuurlijk weer van voren af aan vertellen hoe alles gegaan is. Zeg en wanneer kom je nu weer voorgoed naar huis? Dat zal niet zo lang meer duren maat heb nog maar een poosje geduld. We hebben zo het gewone rondje gemaakt en de ravage hier en daar eens geken. Het station had het kwaad te verduren gehad. De rails was een heel eind opgebroken en de moffen hadden met een locomotief een heel stel palen van de bovenleiding er uitgesjord.

14 Mei 1945

De heen reis ging voorspoediger dan de terugreis. Bij Santpoort moest ik een vergunning hebben van de Canadezen om er door te komen. Maar dat kon volgens de lui van BS wel een paar uur duren, dus ben ik maar over Spaarndam gegaan. Het ergste was echter, dat ik onderweg mijn vulpen verloor. Enfin je moet maar pech hebben. Half vijf kwam ik in Ursem aan en moest meteen maar door naar Obdam, daar waren de leden van onze sectie NSB ers te bewaken die daar in een school zaten opgelsoten Het was echter maar van korte duur want ze zouden juist s avonds weer op huis aan trekken. In de school was het een troosteloos gezicht. Aller hande lieden zaten daar er was ook een afdeling speciaal voor de vrouwen dat was helemaal niet veel bijzonders. Er zal een stel met kale hoofden Van hogerhand hadden ze orders gegeven dat er niet meer mocht geschoren worden. Het noodlot trof deze dames echter want ze moesten op medische advies van hun krullen ontdaan worden.

15 Mei 1945 Conferentie bij Mulder.

We kunnen ons opgeven voor Indie De BS mannen hebben de voorkeur. Er was animo voor Indie, voor het politiecorps en voor het bezettingsleger. Morgenochtend is er een speciale dienst in de kerk waarbij alle BS mannen van Ursem aanwezig zullen zijn, voor Gerard Veldman die bij de slag bij Rusteburg verongelukt is. Het was toch wel een mooi gezicht In marstempo gingen we naar de kerk in blauwe overall en de witte band om. Vrijdag wordt deze illegale werker van de algemene begraafplaats naar de RK Begraafplaats in Alkmaar vergebracht. Veel werk is er voor ons schijnbaar niet we kunnen tenminste naar huis gaan en als er wat komt krijgen we wel bericht.

Zodoende heb ik maar weer de werkoveral aangetrokken en ben met Jaap en Thijs de bouw opgegaan om te Schrapen. Het duurde echter niet lang, want ik was er nog geen half uur of ik moest opbreken. We hadden bericht gekregen dat we naar Bergen moesten Geheel uitgerust met dekens en al. Toen begon het echte soldaten leven. We werden gelegerd in een klein cafetje. Veel te klein eigenlijk zodat Commandant Mulder een Gymnastieklokaal dat er vlak bij lag vorderde We hadden nu veel meer ruimte maar geen tafels en geen stoelen of banken nu dat was zo erg niet want Stieltjes zou die wel eens even gaan vorderen Een goed soldaat begint met te eten Amerikaans brood en vlees uit blik Dan eerst gaan slapen en dan beginnen. Het slapen dat was een pracht. Voor dat alles in diepe rust was hoorde je nog Korrel hou verdomme je smoel. Klaas oud wijf ga slapen. Nou jongens bek dicht maf ze en op een end begint er een te zingen op de wijs van de miserere 1 paar schoenen en 1 paar schoenen is 2 paar schoenen... dan vliegen er nog een paar kussens door het lokaal en eindelijk raakt de weermacht (zonder wacht) in slaap.

Onze groep Foto genomen in Ursem naast Mulder.

17 Mei 1945

Om zeven uur was het grootste gedeelte al weer op de been. Een herrie en een rommel van jewelste. Om 4 uur zouden we op wacht moeten in het kamp voor gevangen in Schoorl. We hadden dus voor de middag vrij om de omgeving eens te verkennen. Met zijn vijven trokken we de duinen in. Korrel Luytjes van Zutphen Ruiter en ik. Het was heerlijk stil en een pracht van een natuur. Al gauw had Korrel een Duits wachthokje in de gaten. Eerst een foto nemen en dan net zolang rukken en trekken dat het los is en dan van de hogen duinen naar beneden laten rollen. Toen we de zee hoorden bruisen was het hek van de dam gauw kousen en schoenen uit en dan er in.

Je leefde voor je plezier. Het strand was echter vol met allerhande rommel door de moffen achtergelaten en het was zaak uit te kijken en nergens aan te komen. De ene bunker stond naast de ander. en al gauw moesten we op verkenning. (We moesten toch wat doen)

Het hele stel er boven op en dan een plaatje.

Een Duitsche rubberboot werd met vereende krachten aan wal gesjord De bunkers waren allemaal al leeggeroofd dus daar waren we vrij van op sommige plaatsen hing alleen nog de foto van de fuhrer en Klaas die die persoon niet kon luchten of zien bam het eerste het beste stuk hout dat hij kon bemachtigen en timmerde met zolang totdat er geen fuhrer meer aan de wand hing. In verschillende bunkers waren complete kamers slaapkamers en zelfs nog een bad kamer gemaakt. Het hele stel was in de weer alles smeten ze weg wat maar enigzins een Duits tintje had.

Inmiddels waren we dwars door de mijnen velden getrokken en hoewel erg riskant moest Korrel toch weer met alle geweld naar zee. Hij trof het echter niet want onze weg werd versperd door een Canadees. Kees vraag jij eens of hij nog een sigaret voor ons heeft. Nu die Canadees had het woord cigaret nog niet gehoord of er kwam al een doos Player voor de dag. Zo langzamerhand werd het tijd om weer eens op huis aan te trekken. Onderweg kwamen de anderen jongens tegen zodat we compleet aankwamen. De wachten werden ingedeeld en ieder kreeg een beurt van een uur eerst bij huis en dan bij het kamp.

Zo langzamerhand werd het weer tijd dat er eens echt op zijn Hollands werd gekankerd. Klaas begon. Luytjes hoe zit het nou krijgen we nu nog warm vreten of niet ik verdom het nog langer te blijven. Korrel. Ja Nic. Luytjes Een goeie soldaat moet een paar goeie schoenen aan hebben. De een had dit en de ander dat. We gaan weer terug naar Ursem hoor Mulder als je niet zorgt dat we goed te bikken hebben. En dan trok Mulder er maar weer met zijn Flitspuit motertje op uit en kwam weer aansjouwen met een vracht wit brood. Stieltjes vorderde melk en zo leefden we rustig en tevree?

Toen ongeveer een half uurtje later een stel jongedames kwamen om te gymen en zagen dat ze niet terecht konden waren de jongens zo bereidwillig om even de zaal te ontruimen en daar aan de kant te gaan zitten om eens even naar de lenigheid van de vrouwelijke jeugd te kijken. Voorwaar een pracht gezicht. Ze hadden allemaal ogen tekort. 4 uur. Aflossen van de wacht door de sectie Winnipeg. Bar gewichtig. Op vijf posten moest een wacht staan. Ieder kreeg nu twee uur. Jaap Ruiter en ik kregen piketdienst. Alle NSBers moesten geregistreerd worden. Al hun bezittingen moesten ze overgeven en deze werden genoteerd. Als dat gebeurd was moesten wij die viespeuken fouilleren. Een pracht van een baan. Een voor een moest ik ze halen en Jaap fouilleren. Alle koffers van die lui werden door hem grondig onderste boven gehaald. We waren zo een half uurtje aan de gang toen Nic Luytjes naar ons toekwam met 2 Canadeese officieren. Deze waren door Korrel die aan de ingang de wacht had naar binnen geloodst en wilden nu het kamp bezichtigen. Kees jij kent Engels aan de bak. Laat ze alles zien.

Het eerste was "Do you smoke Sir? Yes Sir". En met een sigaret tussen de lippen tippelden we het hele kamp in de rondte. Toe we langs Korrel kwamen, fluisterde deze "Denk er om voor ons ook een halve hoor". Toen ze bij de barakken van de vrouwen waren moesten t

och eens weten wat die uitgevoerd hadden Ze keken eens om een hoekje en haalden hun neus op. We waren gauw uitgekeken, want erg groot was het kamp niet. Ik nam mijn werk weer op en moest later op wacht. Here mensen wat duurt zo 'n nacht akelig lang Twee uur wacht dan wat rusten in een barak en wat eten en dan maar weer met het geweer erop uit. Het akeligste was dat we tussen de wachten door niet konden slapen, daar de stromatrassen allemaal verbrand waren Er huisde teveel leven in. We zaten dus maar met ons hoofd op onze handen en probeerde zo maar wat te dutten. Mijn derde wacht was al wat beter de natuur begon te ontwaken. Het zonnetje kwam weer te voorschijn en alles was weer mooi. Ook het leven in het kamp werd drukker. Mannen en vrouwen (die allemaal onschuldig waren) kwamen met een handdoek en water aansjouwen om zich te wassen, 9 uur was het verzamelen en wij konden weer naar ons kwartier het gym.lokaal in Schoorl. Veel fut zat er niet in de compagnie. En dat nog wel op eerste Pinksterdag.

20 Mei 1945

Wij zijn genoodzaakt de Pinksterdagen in Schoorl door te brengen. Onze dienst is voorlopig afgelopen. We gaan gezamenlijk in marstempo naar de Kerk. Klaas en Korrel de mannen van staal gaan voorop. Klaas die kon het. In het kamp was hij best te spreken. Alle werkzaamheden zo als barakken schoonmaken, aardappelen schillen enz. werden door de gevangenen gedaan. Zo werd ik er een keer op uit gestuurd om een stel mensen te halen die moesten aardappelen schillen.

Met de spuit op de rug trok ik naar de eerste de beste barak die ik tegen kwam. In de barak een wriemel van allerhande soort mensen. Als ik binnen kom kijken ze me vragend aan? En als ik zeg dat ik 25 man moet hebben om aardappelen te schillen blijkt dat ze dat al gedaan hebben. Nu dan ga ik maar naar een andere barak. Hier weer hetzelfde liedje alleen wijst de kampoudste (echt Duits) een stel oude mannen die nog niets gedaan hebben. Ik besluit om maar een andere barak op te zoeken. Daar komt Klaas aan. Wat voer jij uit Kees? Oh ik ben aan het vorderen! "Man je zoekt veel te lang, kom maar mee".

De barak waar ik juist uit kom gaan we weer in. 25 Aardappelschillers gauw een beetje. We krijgen hetzelfde te horen. Die heeft al geschild die heeft al geschrobd en een ander heeft dat weer gedaan. Maar Klaas laat zich niet zo gauw uit het veld slaan en schreeuwt dat het een lieve lust is. Hij pakt een paar van die jonge snuiters aan de mouw en stuurt ze naar buiten uit de volgende barak worden er weer wat gehaald. Klaas commandeert "In de houding en gauw een beetje." Een twee drie en daar gaan de schillers. Ik sta een beete ontnuchterd er naar te kijken. Ja Klaas jij kent het vak.

Korrel grijnst, Het kleine kerkje is ineens vol als ons peleton de open plaaatsen inneemt. We moeten nog eenmaal op wacht voor de sectie van Obdam die vandaag weg gaat. Maar om vier uur zijn we er tocht van af. Samen met Korrel zijn we Schoorl ingegaan om te trachten een stel fietsen te huren of te krijgen om naar Ursem te gaan. Maar al hebben we een Oranje band om de arm, we kunnen geen fietsen krijgen. Dat wordt Korrel te bar. Zijn lief zit thuis te wachten en hij hier in Schoorl Hij gaat vorderen. Hij gaat aanbellen en zegt dat hij voor de ondergrondse fietsen komt vorderen. Maar wie kaatst moet de bal verwachten en de man antwoordt dat de de moffen ze hebben weggehaald dat de enige die hij over had al door de andere ondergrondse is gevorderd.

Wij maar weer naar het gymnastieklokaal. Daar wordt ook al druk geconfereerd. Alles wil naar huis Zelfs onze Klaas loopt te foeteren en dat gebeurd toch niet veel. Dan komt Nooy ertussen en zegt; "Ga naar de Canadezen en vraag of ze ons even naar huis brengen!" Dit vond algemene bijval. Zodoende moest ik er op uit om te trachten zo'n wagen op de kop te tikken. Midden in Schoorl stond een afdeling auto's. Op mijn vraag waar de commandant was kreeg ik te horen, dat deze in 't hotel was. Ik er op af. Eerst weer eens het hele verhaal (onderweg van buiten geleerd) opgezegd. Ik moest maar even verder komen. De luitenant moest opbellen en na een paar ogenblikken moest ik maar weer naar de auto afd. Op de kaart aanwijzen waar we zijn moesten en daar gingen we hoor. Met een luid houra stopte de Canadees voor het gymn. lokaal.

Gauw een plaatje nemen en dan hurrey up naar Ursem. En rond zes uur stapte de hele sectie bij Oudejans uit. We hadden verlof.We konden in ieder geval naar huis gaan en als er wat was zouden we het wel te horen krijgen.

Zondag 21 Mei 1945

Mijn jas hangt nog in het gymn. lokaal alles is eigenlijk zomaar achter gelaten. Wanneer we weer op pad moeten ik weet het niet. Eerlijk gezegd kunnen ze dat hele zaakje van me gestolen krijgen alhoewel Korrel vindt dathet best uit te houden is. Veel is er niet te beleven Een verschil met dat Schoorl waar je een blik in het Am. leven kon werpen. Alles gaat hier maar rustig zijn gang. Pinkster Drie. De uitgaansdag voor West Friesland. We gaan naar Purmerend met de bakwagen afgeladen vol Oome Dirk , Siemen Veldboer , Siemen Ursem Jaap Thijs Piet en ik Ook de onderduiker van Oome Dirk en Jan en Johan zijn aanwezig. Zo langzamerhand trekken de onderduikers op huis aan.

In Purmerend is ook niet veel te beleven. Er is nog maar weinig vee. Opschudding is er even als de B.S van Purmerend een Beul van Ommen op pakt die hier nog maar rustig rond zworf. Alles wat maar mooi was werd de man na geschreeuwd. Een als we naar huis gaan zien we een heel convent Duitsers dat ingeladen wordt om heimwaarts te keren. Opgeruimd is netjes.

23 Mei 1945

Boodschap gekregen. 'Om twaalf uur bij Mulder zijn'. We moeten weer naar Obdam. Wacht lopen bij de school met gevangenen. Het is echter maar voor een paar dagen want het hele stel moet naar de Krenten tuin in Hoorn. Eerste wacht van 4 tot 6 uur, Tweede wacht van 12 tot 2 uur en Derde wacht van 8 tot 10 uur. Wat een afgrijselijk dood en vervelend werk en dan de hele tijd die viespeuken om je heen.

Het is een bedrijvigheid van jewelste. Er wordt afscheid genomen van de gevangenen. En als ik dat zie ... Een moeder met een paar kinderen nemen afscheid ... een meisje van een jongen ... een vader van een zoon ... en dan daar bij te staan met een geweer?,

Dat is dan de nawee van den oorlog. Ik ga maar ergens anders staan want dit is toch een beroerd gezicht. Even verder is het er al precies hetzelfde aan toe. Daar geeft een vrouw haar bezittingen weg ring horloge kettingkje enz. want ze zal wel niet meer terug komen ... en daar sta je dan weer. Bah ... Zouden nu alle ... enfin het is kwart voor vier en de wagens komen al voor gereden. Een volksoploop als de mensen worden ingeladen. De burgemeester is kwaad, want ze hebben de school vuil gemaakt, maar ze maken hem niet schoon.

Een deel van de jongens gaat mee, en de rest kan afzwaaien. Die zijn niet meer nodig. GELUKKIG. We moeten maar zien hoe we thuis komen. Ja dat is ook mooi. Eerst onze wapens in leveren en de band en dan krijgen we onze verlofpas wel thuis gestuurd. Alzo ben ik van dit moment exBS-er.

25 Mei 1945 Nu ga ik naar huis.

Eerst afscheid nemen in Obdam bij Oome Thijs dan op huis aan en het vertrek gaan bepraten. Hoe moet ik nu thuis komen Dan zegt Jaap Jullie brengen hem weg met het tonneautje! ...eerst nee ... dan ja & dan weer nee en lest best We gaan met het tonneautje naar Hillegom. Tante Neel Oome Dorus en ik.

Vandaag de laatste dag dat ik in mijn onderduikers woon ben. Ik heb het nu druk overal gedag zeggen bij Siemen bij Stam bij Blanck bij Langendijk alles moet een beurt hebben. Alles gaat nu vliegensvlug. Er is bijna geen tijd meer Ik ga weg van de mensen met wie ik een jaar lang en meer nog heb samen gewoond. Het zal wel vreemd zijn thuis te zijn.

26 Mei 1945

Het is niet veel weer om zo'n reis te maken. Enfin zegt Tante Neel we gaan. Alles wordt in orde gemaakt. Ik moet eerst nog een paar bonnen besteden bij de slager en alhoewel er een hele rij mensen voor de deur staan mag ik voor omdat ik zeg dat ik naar huis ga. Gauw nog een paar handen schudden en dan staan we start klaar Afscheid van mijn huisgenoten Nico Arie Jaap Thijs Piet ... half tien starten we We gaan door de Beemster, Spijkerboor, Door Knollendam West, Krommenie naar Assendelft. Daar eten we bij Cor Smit de vorige onderduiker van Oome Dorus die natuurlijk niet wist wat hij zag toen we daar aankwamen.

Half drie trokken we weer verder. Alles ging goed tot aan het Spaarndammer pont. Het wagentje mocht er wel over naar het paard niet. Wat nu? Gelukkig was er een dame die zei dat we maar eens aan het eerste huis moesten gaan vragen of die het paard wilde over zetten. En ja hoor het geluk was met ons. We konden de reis weer voort zetten. Langzaam maar zeker vorderden we. Ongeveer zes uur reden we over de grens van HILLEGOM. Bij de Marel mocht het paard in het land lopen dus dat was ook weer voor elkaar. En even laater reden we de Stationsweg op. Vlak voor No 100 stopten we. Van binnen zag ik ze al wuiven. Daar ging de deur open en het was me een handen schudden van jewelste. Daar hadden ze natuurlijk niet opgerekend. Nadat we Karel in de wei gezet en onze boterhammen opgegeten hadden konden we eens praten. Wat viel er niet allemaal te praten alles wat we meegemaakt hadden het afgelopen passeerde de revue. Het was bedtijd voor we het wisten.

27 Mei 1945

Het is werkelijk vreemd wakker te worden in ons eigen huis, zo was ik aan de binnenkamer in Ursem gewend geraakt. Het is een heerlijke dag geworden en er heerste een feestelijke stemming. Na kerktijd was Zo Kees ook weer thuis  Weer gearriveerd Kees, waar heb jij al die tijd gezeten. enz. Ja ik was weer thuis. Maar van mijn ene thuis naar mijn andere thuis. Mijn thuis in Ursem en mijn thuis in Hillegom. Met het tonneautje hebben we Hillegom rond gereden en terwijl Oome Dorus en Tante Neel de bloembollentuin gingen bezichten reden Frans en ik een extra rondje door de stad. De dag is om gevlogen. s 'Avonds hebben we gezongen en schik gehad of het nooit oorlog was geweest.

28 Mei 1945

Er is een tijd van komen en er is een tijd van gaan. Er wordt afscheid genomen. Daar staat het tonneautje voor de deur Het lijkt wel of alles langs me heen gaat zo vlug. Nou Kees tot mijn verjaardag hoor! Dag Tante Neel en Oome Dours en nogmaals bedankt voor alles .. er wordt gezwaaid ..

Nog even zijn mijn dierbare goede pleegouders te zien en dan is het afgelopen .. Mijnonderduikerstijd heeft zijn bekroning gevonden in een behouden thuiskomst.

DIE 'T UITHOUDT IS KAMPIOEN.

D.U .I .K

Een pracht stuk van mijn leven is afgesloten ik heb eigenlijk een droef gevoel om wat van mij is weggegaan en pas voel en waardeer ik wat mijn pleegouders al die tijd voor mij zijn geweest een Ware Vader en Moeder.

En van deze plaats af dank ik U ook Oome Dorus en Tante Nee voor alles wat U voor mij zijt geweest en wat U voor me gedaan hebt. En ik hoop dat ik nog vele jaren van U hartelijkheid en Uw gastvrijheid mag genieten.

Uw dankbare onderduiker Kees Hoogervorst .

hieronder nog enkele tekeningen met de indeling van het boerenerf in ursem.

en nog enkele brieven