index

1 Augustus 1944.

Ik hoop er nog steeds op om Vrijdag a.s. naar huis te gaan. Oome Dorus is vandaag naar de markt in Purmerend geweest en heeft 6 bokken meegenomen. Hander is er niet veel meer op de markt. De bokken en geiten brengen wel veel op tegenwoordig. Voor een vette bok of geit wordt ijskoud 150 of 200 gulden neergelegd. De post bracht een brief van mijn vriend. Zijn moeder was iets verbeterd, er is dus weer wat hoop. Van van der Klugt, mijn Patroon, heb ik nog steeds geen bericht of hij het kaasje aangekregen heeft of niet. Als het maar niet gestolen is want dat zou zonde zijn.

2 Augustus 1944.

Kreeg ik gisteren nogal wat goeds bericht van mijn vriend, vandaag schreef hij me dat zijn Moeder was overleden. Ik heb dat wel zien aankomen. Helaas, het is niet anders. Nu wil ik beslist naar huis want dan wil ik nog op de begrafenis.

3 Augustus 1944.

Siemen van Nielandt schreef me dat ik alleen in de Anna Paulowna kon instappen. Ik zal dus eerst op de fiets naar Obdam moeten, dan met de trein naar Anna Paulowna en dan in de boot recht op Hillegom aan. Ales ik nu maar mag! Ik ben naar Oome Dorus gegaan en heb het er weer eens over gehad. Ik kon echter wel merken dat Hij er niet veel voor voelde me te laten gaan. Waarom niet??? Eerst had een zekere Cor Smit uit Assendelft die ook bij Oome Dorus is ondergedoken geweest (1/2 jaar) het opgelopen toen hij naar huis was gegaan en nu zou het met mij ook wel zo aflopen. "Maar ik moest het zelf weten. Als ik dan gaan wilde moest ik maar meteen een andere plaats opzoeken ook. Er valt niets op je te zeggen, je gehoorzaamd maar dit rooyt er niet op. Als ze je nu pakken, wat dan? Dan zegt je Vader waarom heb je hem laten gaan? En dan heb je het toch zelf gedaan!" Ik heb dat allemaal goed onthouden. Een feit is dat het natuurlijk goed bedoeld was, maar leuk vond ik het niet. Maar ik zou toch maar gaan. Er is vandaag een jongen uit Den Haag gekomen, om twee weken te logeren. Bart de Groot.

4 Augustus 1944.

Eerst Vrijdag. Ik ben eerst naar de kerk geweest, want op de begrafenis van mijn vriend zijn Moeder zal ik wel niet meer kunnen komen. Alles heb ik in orde gemaakt, om half elf ga ik dan maar. Als ik uit de kerk mijn boterham zit op te eten, komt Oome Dorus bij me zitten en begint er weer over. Ik heb wel in de gaten dat Hij er een geweldige hekel aan heeft dat ik ga. Op een end was het nog zo dat Oome Dorus wilde het adres weten en zou dan wel een brief schrijven. Nu daar werd ik inwendig dol om. Ben ik verdikkeme nu nog een klein kind of hoe zit het. Ik sta toch verdorie op mijn eigen benen en niet op die van mijn Vader. Als ik naar huis wil, dan ga ik af. We zitten nog maar over het geval te praten. Ik vraag aan Oome Dorus of ik een Kaasje krijg om mee te nemen. Maar dat kon later wel ... ... ... Stilte ... ... ... Nog steeds maar ... ... ... stilte ... ... ... maar het werkt ... ... ... ik heb er verder al geen zin meer in ... ... ... dan zal ik wel niet gaan schreeuwt het in me. En even later heb ik bij Tante Jane twee velletjes papier geleend omdat het mijne op was en ik heb een brief geschreven aan Frans, dat ik meegeleefd heb hier met hetgeen bij zijn thuis gebeurde. Dat ik alle moeite gedaan heb om thuis te komen, maar het leek wel of er een geweldige macht was die alles tegenwerkte en dat ik terwijl hij nu wel aan het graf stond hier in die brief wat troost probeerde te leggen. Maar dat ik zelf ook wel tot ik weet niet wat in staat was.

En de tweede brief was voor mijn zus Gre, die morgen jarig was. Ik had je graag willen verrassen door onverwachts thuis te komen, maar het heeft niet zo mogen zijn. Enfin, ik zal maar denken dat er nog wel erger, veel erger gevallen bestaan, waarbij dit maar een peuleschilletje is.

's Middags aan tafel vlot het gesprek niet. De hele middag vlot het gesprek niet. En als het avond is en ik zit mijn dagboek bij te werken dan vlot het nog niet. Maar dat komt wel weer.

5 Augustus 1944.                    Zaterdag.

We hebben de klamp afgewerkt en waren zodoende vroeg op huis aan gegaan. Er is weer post voor me. Een pakketje nog wel??? Clazien heeft het geschreven? Als ik ga uitpakken blijkt er een ... cake in te zitten en wel van Tante Cor, mijn Petetante. Nu dat is toch werkelijk aardig. Ze schreef: Daar je er niet bij kan zijn, zal ik je op deze manier toch nog met mijn verjaardag mee laten vieren! Oome Dorus die er bij stond zie toen meteen al: "Zie je nu wel Kees, het is maar goed dat je niet gegaan bent, anders had je dat alweer misgelopen en dan hadden wij het natuurlijk weer opgegeten". Ik vind dit zo aardig dat ik mijn onweersbui laat afdrijven en ik zeg tegen Tante Neel: "Dat is voor morgen bij de koffie"! Er is echter nog meer nieuws bij: mijn broer Theo heeft een dochtertje gekregen, zodat ik nog Oome Kees ben op mijn oude dag. Gaat de wereld nu vooruit of niet?

6 Augustus 1944. Heerlijk zondagsweer!

Ik ben even naar Tante Jane gegaan, want Piet Oostermeyer zat buiten op zijn guittaar te spelen. klik op de foto voor een vergotingDat is nu net zo'n mannetje voor een orkest. Na de middag zijn we naar buur Vreker geweest aan de overkant en hebben wat zitten praten met zijn onderduiker J. Tuinman uit Alkmaar. Veel valt er weer niet te beleven. Tante Ma vroeg of ik vanavond even op wilde passen. Ja, dat is me toch ook wat en ik ben toen met Peter gegaan en er meteen blijven slapen. Oome Klaas had ook een aardige schuilplaats voor de heren onderduikers. Er was een gat in den zolder en zo kon je mooi in een kast komen. Wie doet je wat. Bij Oome Klaas en Tante Ma is het gezellig keuvelen. Ik ben er nu al verschillende malen 's avonds geweest. Als onderduiker mag je toch nergens naar toe, dus ga je zo nu en dan maar eens om een "koppie". In den beginne werden er nog wel toneelvoorstellingen gegeven en dan werd er een extra "repetitie" gegeven waarbij de onderduikers dan mochten komen. In de tijd dat ik er was is dat ook een keer gebeurd, dochik was toen net in Obdam. Bij de koffie kregen we vandaag de cake van Tante Cor, nu dat smaakte hoor. Toen ik 's middags wat uit mijn kast ging halen, had Tante er de rest van de cake ingelegd. Ik vond dat erg aardig en toen we thee gingen drinken en we met zijn drieen zaten toevallig, haalde ik het voor de dag zodat we er nog eens van konden smullen. Ja, Oome Dorus, ik ben mijn kwade bui alweer vergeten hoor, en ik begrijp ook wel dat U dat voor de goede gang van zaken deed, maar ja, als je jezelf nu zoín idee in je hoofd zet is dat er niet zo gemakkelijk weer uit te krijgen. Enfin, gedane zaken nemen geen keer. En we leven maar weer verder.

7 Augustus 1944.

We moesten voor de middag nog even bij Oome Klaas hooien. Het laatste hooi kon nu weer op de vijzel, want deze was inmiddels weer wat bij gezakt. Het volgende punt van het programma luidde: Erwten afschoffelen. En daarna op de ruiters zetten zodat ze kunnen drogen. We hadden een en ander gedaan, maar er was nog een ruiter te kort. Die moest ik dan maar even halen. Toen ik terug kwam was er net controle van de gewassen zodat ik mijn ruiter maar neer moest leggen en naar huis moest gaan want ... de erwtjes waren niet opgegeven.

We hebben vandaag weer een geode oogst. De zeug heeft gebigd en 14 biggen gebracht warvan er slechts een sneuvelde. Het was een typisch gezicht, eerst kwam er zoín biggetje met zijn staart uit en de volgende kwam er met zijn kop het eerst uit. Pe moest biggen garen. Dat is de biggen zo gauw als ze eruit komen, het vel eraf halen en doorknippen anders gaan ze dood. Ze tippelen al gauw en het is een aardig gezicht.

Daar het vannacht zo warm was in het boetje hebben we met de deur open geslapen.

8 Augustus 1944.

We hebben vandaag gasten. De Familie Suzenaar komt een dagje op vakantie. Ik mag eerst even naar de kerk en als ik thuis kom is alles druk in de weer voor de gasten. We moeten thuis wat werken omdat er op de bouw nog niets te beleven valt. Half elf arriveren de gasten. Mijnheer Suzenaar heeft een fototoestel medegenomen en zal wat fotoís nemen. We moeten echter eerst bij Tante Neel een Kopje komen doen. Na de middag arriveert Mevrouw Suzenaar en nu is alles gereed om op de plaat te gaan.

klik op de foto voor een vergotingOp de bouw hebben we wat blauwmaanzaad geteeld en nu moest Oome Dorus tussen de blauwmanen vereeuwigd worden. Mag ik U voorstellen: onze Directeur!

Nadat de gasten de bouw bekeken hadden moesten er een paar foto's gemaakt worden waar het hele stel op moest. Den heer Suzenaar stond op de akker van Oome Klaas en nam toen het hele stel in het schuitje. Als ik klaar ben met boenen roept Tante Ma me. En deze verteld me even dat er een auto was gekomen die naar LISSE toe moest. Daar waren de Vader en Moeder van Tante Ma mee gekomen. Heremensen wat een pech, had ik dat geweten, ik had er zo ingekropen. Maar het zal wel weer zo moeten zijn. Enfin, Vrijdag a.s. komt hij weer en dan zal Tante Ma het wel even vragen. Ik hoop maar dat hij het dan doen wil, want dan kan ik toch even naar huis.

9 Augustus 1944.

Voor de middag roden kolen snijden voor de veiling en na de middag aan de Tabak. Eerst met zijn drieen rode kool snijden dan naar de kant brengen. Thijs stond aan de sloot, Jaap vooraan de akker en ik stond in het midden. Alzo werden de kooltjes een voor een naar de kant gegooid. We hebben geloof ik zoín kleine 500 Tabaksplanten die gaan we nu bewerken. Er zitten al aardige gele bladeren aan. Jaap en ik zijn aan het plukken en Thijs rijdt ze naar de dars waar we ze gaan snijden en op hangen. We hebben bij Gert Jonker van die rietstokken gehaald en hangen ze dan zo boven de dars. De ene kant van de stok in de berg gestoken en de andere in het rieten dak.

10 Augustus 1944.

We gaan er toch zo langzamerhand wel wat op vooruit. Nu mag ik me toch eerst weleens even voorstellen als ... OOME KEES. Al is het nu tien maal oorlog maar zulke geweldige gebeurtenissen gaan steeds door en of je nu al onderduikt of niet, maar op zín tijd word je Oome of je wilt of niet. Ik kreeg van mijn getrouwde Broer het volgende schrijven:

Bennebroek, 5 Augustus í44

Beste Kees,

Nu zal ik je toch eerst eens even schrijven, want hier gebeurd is. De 2de Augustus werd bij ons een klein Clazientje geboren. Je ziet dus dat de Familie groter wordt. De krieg is zowat over, je komt maar eens gauw kijken. Vele groeten,

Je Broeder THEO.

Nadat ik dit lange epistle gelezen had moest ik eerst even mijn zakdoek voor de dag halen, want ik was door dit feit natuurlijk zeer aangedaan????? Enfin, we zitten met de brokken. Alweer een uitgaaf meer. Als ik nu maar niet al teveel van die nichtjes en neefjes krijg, want anders kom ik op een end nog in het armenhuis terecht.

11 Augustus 1944.

 Pech hebben dat hoort er zoín beetje bij als je onderduikt dus als ik iemand een wijze raad mag geven, je hoort bij de pechvogels hoor! Tante Ma heeft aan de vrachtrijder gevraagd of hij me mee wilde nemen. Maar nee hoor, hij durfde of wilde het niet doen.

12 Augustus 1944.

Een ongeluk komt nooit alleen. De post bracht een brief waarin stond dat van der KLUCHT zijn kaasje niet had ontvangen en dat het dan wel bij de posterijen gestolen zal zijn. Houdt er de moed maar in. Alle eerbied voor de post en spoorwegmannen maar ik kon er niets aan doen en zei tegen Tante Neel: "Ik hoop dat die vent die dat kaasje gestolen heeft in het lieve ding ... dan kan hij tenminste geen tweede stelen. Maar heren troost je maar als er weer een verstuurd moet worden, dan gaat hij toch niet met de post of met het spoor hoor. Naar mijn vriend had ik een brief gestuurd met een paar fotoís te erin. Gevolg: "Er werd natuurlijk gedacht dat er bonnen of zoiets dergelijks in zaten. Die brief, waar ik zoveel zorg aan had besteed werd dus ook door die rovers eruit gehaald er ik kon weer opnieuw gaan beginnen maar moest toch eerst even wat postpapier gaan lenen, want dat was inmiddels opgeraakt. Vandaag zei Tante Neel dat ik nu maar eens mijn zusters moest schrijven of die niet eens een dagje bij me wilde komen. Tante Ma had al tegen me gezegd: "Dat als je zusters komen dan kunnen ze wel bij mij slapen". Enfin, ik zou er wel eens over denken, ik was nu nog niet in de stemming er voor omdat ik nu mijn tijd nodig had om die postdieven te verwensen. 's Avonds ben ik bij Tante Ma  gaan slapen. Jaap ging ook met mij mee, want we hebben inmiddels drie logés erbij gekregen. Joop Zijlmans, een snotaap van een vent uit Rotterdam, Henk de Groot 'n eigenwijs ventje uit Den Haag en een neefje van de jongens uit de Berkmeer. Ik had al een brief naar huis geschreven of ze thuis nog plaats hadden voor een ventje van een jaar of tien, want dan kon Theo wel eens naar Hillegom gaan. Nu dat was goed, maar toen het puntje bij het paaltje kwam vond Oome Dorus het niet goed. Nu dan maar niet. We hebben vandaag het erf opgeruimd. Oome Dirk zou het rieten dak eens netjes opknappen. Nu het was netjes, maar Oome Dirk als je nu nog eens zoín bende maakt op het erf dan zal je eens zien.

13 Augustus 1944.

nvasie front "GEEN NIEUWS". Nu ik kan nu niet bepaald zeggen dat er schot in zit. Enfin, we zullen maar afwachten. Jan heeft met zijn Oom gewed dat de oorlog in September niet af is. Ik geloof vast dat hij het helaas wint. In een makkelijke stoel heb ik aan mijn Zondags verplichtingen voldaan. Ja, als ik eerlijk moet zijn, moet ik zeggen: Het is toch wel zo mooi als je alles thuis afkan want het goot vandaag van de lucht en alle mensen kwamen druipnat uit de kerk. Kijk zie; dan is het weer eens een voordeeltje, maar verder -----. je ziet er nu geen een ook. En als je nu voor zoín vriendelijk gezichtje of zoín lief lachje nog geen nat pak en een druppel aan je neus over hebt dan ben je ook niet veel waard ... ?????

Vandaag heb ik kennis gemaakt met het meisje van Buurman onderduiker Piet. Dat ging heel leuk. Oome Dirk wilde natuurlijk niet dat het lieve kind bij hem over de vloer kwam. En Piet vond dat niet erg ook. Piet had het namelijk met buurvrouw Freker zover weten klaar te spelen, dat "His Darling" naar de familie Freker mocht schrijven. Doch, daar die Piet een vooruitstrevende onderduiker van het nieuwe regime is, had hij het ook klaar weten te spelen dat het lieve kind bij Freker aan huis mocht komen. En nu was vandaag deze grote dag voor Piet aangekomen. Van dit hele voorspel, wist ik maar de helft af. En toen ik dan ook na de middag met Piet op de brug stond als enige geoorloofde bezigheid des onderduikers, kreeg ik in de gaten dat er iets haperde. Mijn beste jongen, vertel eens op: "Ja, dat zit zo, Buur Freker is vandaag uit met zijn vrouw en nu mag Jo vandaag komen en ze kan elk ogenblik komen ... en het is al over drie. En ...  en ... en nog er eens en ... En ik zag al in de verte iets aankomen, wat op een Jo kon lijken, dus ging ik als een welopgevoede jongen even naar huis om te wachten tot de eerste opwellingen waren geluwd. Na een kwartiertje moest ik dan mijn opwachting maken. En ja hoor: Daar waren ze; Die arme van alle liefde verstoken onderduiker Piet en zijn zeer verheugde geliefde. Ik was van dit gezicht werkelijk waar diep geschokt en vond dat ik toch mar een heel end van achteren kwam. Enfin, het is zo. En het kon erger.

Des avonds hadden we een reünie bij Freker in huis. Jaap, de onderduiker van Freker was onze gastheer en had gezelschap van Ursem schoonste dame. Agnes, wat deed ons dat goed dat jij daar zomaar bij ons was en je bemoeide je zo leuk met iedereen. Nadat we wat met elkaar hadden geconverseerd moest Piet zijn gitaar halen en nu begon het bal champetter. Het geschal van onze vrolijke liederen was niet van de lucht. En voordat we het in de gaten hadden was het alweer tien uur en maakten we dat we weg kwamen. Bij Tante Ma mochten we slapen en dat was maar goed ook want Oome Dorus vindt het natuurlijk helemaal niet goed zo'n samenkomst.

14 Augustus 1944.

En als de zon weer heerlijk aan het firmament haar stralen op ons neer doet dalen en we weer aan de nieuwe oogst die van haver en gerst zijn begonnen, heb je eigenlijk weer niet in de gaten dat je zo verwoed aan het onderduiken bent. Jaap zicht, Thijs zicht en Oome Dirk onderricht me in het bossen binden, hetgeen nogal een licht werk is. En zo draait er maar weer een nieuwe dag. Hoeveel keer zal ik dat nog moeten bedenken voor ik weer eens achter de toonbank sta en ik papier of dergelijke kantoorartikelen kan verkopen. Het leven gaat zo maar zijn gang. Ik mopper weleens erg en weleens wat minder, doch hoeveel zullen er niet zijn wier onderduiken noch zwaarder is dan het mijne. En dan ineens is alles weer makkelijker te dragen als je daar aan denkt en je vergeet weer de narigheid! We mogen trouwens toch niet mopperen. Morgen hebben we weer Zondag. We hebben vandaag weer geen vooruitgang kunnen bespeuren uit het oorlogs nieuws.

15 Augustus 1944.                  Maria Hemelvaart

Voor de middag Kerkelijke plichten thuis vervullen en wat schrijven in het dagboek. Eten en je eigenlijk maar weer vervelen. O nee toch, niet want er is anders beschikt. Als Oome Dorus de Raad van Arbeid zit af te schepen en ik wat zit te lezen, komt er ineens bezoek voor me. Ik hoor mijn naam noemen en even later gaat de deur open en daar staan me toch in levende lijve 2 Dames. Ja, dat is nu toch weer niet om uit vlakken, enfin, ze zijn er. Ze moesten eens weten dat ik van plan was om vrijgezel te blijven. En als de handen zijn geschud raken we aan het praten. Mej. Riet Dekker met haar nicht Mej. Greet Dekker beiden woonachtig in Obdam hadden het plan opgevat een zekere onderduiker Hoogervorst, tijdelijk verblijvend aan de Walingsdijk te Ursem als onderduiker, te gaan bezoeken. Waarmede laatstgenoemde natuurlijk zeer verheugd was, daar deszelfs persoon zeer weinig met leden van het zwakke geslacht in aanraking komt. En al zo zien we daar dan die onderduiker in een druk gesprek gewikkeld met vorengenoemde Dames. Tante Neel komt ook nog op het toneel en presenteert Koffie. Doch het hoogte punt komt, als Oome Dorus verschijnt: "Zo Kees heeft sjans???" En daar ga je hoor. Zo sta je bekend als een nette vrijgezelle vent en een uur later ben je op het verkeerde pad. Nu ja, ik zal het dan maar zo laten. We hebben een eindje gewandeld en daar de Dames volgens hun zeggen 's avonds moesten optreden in een voordrachtavond speciaal voor onderduikers zijn we weer op huis aangetrokken en indachtig, dat er wel eens iemand zou kunnen zijn, die hetgeen ik zojuist verteld heb niet kan geloven, zei ik: "Mijn beste kinderen, gaan jullie daar eens netjes staan, dan zal ik van je lui een foto nemen". Het noodlot wilde echter dat de Dames toen wilde dat ik er ook op moest. En alzo geschiedde: Na een neutraliteits politiek van 20 jaar ben ik de sigaar en sta ik daar toch op een plaatje. Het geluk wilde echter dat er twee waren. Zoek het dus maar uit. Heel officieel ben ik de Dames uitgeleide gedaan en heb afscheid genomen tot de volgende keer.

klik op de foto voor een vergotingJa, dat had ik natuurlijk niet moeten doen, dat wandelingetje maken. Want ik was langs buur Pauw gelopen en daar zat Piet Oostermeyer binnen en deze kwam al gauw naar me toe. Wat had dat nu toch wel te betekenen als onderduiker zijnde zomaar op de weg te lopen "VRIJEN" en ik kon er niets aan doen als alleen maar zeggen dat ik ze niet gevraagd had ... en toen was het goed.

De goeie vent, ik zal toch dikwijls aan je denken hoor. Robbie! Sampie! ...

Ziet de man. Hierneven. Een onderduiker. Ergens uit Nederland, met twee bovenduikers.

Zeg Oome Dorus, dat hoor ik nu weer meteen! Als ik nu weer eens visite mocht krijgen dan moet U niet al die onderduikers het laten weten anders wordt ik nog verlegen.

Half acht. We hebben gegeten. Daar komen Piet O., Nic. Pronk en Meester Jonker. "Kees, heb je zin om mee te gaan naar Pauw, want Aagt is jarig?" En even later zat ik op " MARTHA HOEVE" aan de koffie en weer even later was Kees op "MARTHA HOEVE" in de koegang met Aagt Morsebel aan het dansen. Nu jongelui, het rooit er nog niet erg op hoor, je mag 't wel eens een beetje beter leren. Maar op zoín avond steekt het zo krap niet hoor. Rond tien uur stapten de meeste onderduikers weer op. En wij maar weer op Tante Ma aan. We mogen niet mopperen want we hoeven gelukkig weer niet naar het boetje.

16 Augustus 1944.

"Laat Kees vanmorgen maar eerst ter keerke gaan". Of Oome Dorus het kon raden, ik weet het niet maar op de beurt was persoonsbewijs kontrole en Hij had gezegd, je moest maar over de nieuwe weg gaan. Er waren nog een paar onderduikers die gepikt werden en een pak ransel kregen van de heren Kolenbrander en Veenendaal.

Het programma luidde "Stekelen pikken op het voorstik". Ik was dus vandaag wel zoet. Toen ik helemaal alleen al in mijn eentje aankwam, was Cor Groen net aan de slootkant bij Piet Boots in de weer. Gevolg was dus dat we aan de praat raakten en even later kregen we nog meer bezoek, de onderduiker van Henk Langedijk, een heertje uit Haarlem n.m. Herman Dornseiffen. En nu volgt een kort verslag van de wedstrijd tussen 1 onderduiker en twee bovenduikers. Na aankomst op het voorstuk van Kees Borst werd er besloten te wedden met een pakje cigaretten welke partij het eerst op zijn werk was. De onderduikerspartij of de bovenduikerspartij. Het was een heet heen en weer lopen. In de warme zonnenstralen nam de bovenduikerspartij de onderduikerspartij op en sleepte deze zonder inachtname van de regels van het normale verkeer naar d werkplaats van deze partij. De onderduikerspartij bestaande uit een man zegge 1 zag zich genoodzaakt te protesteren tegen een dergelijke behandeling. Doch daar de bovenduikerspartij zich niet aan de Conventie van Gen've hield, ging deze partij gewoon door. De onderduikerspartij heeft toen de Raad van Beroep erin gemengd en de bovenduikerspaqrtij is bij verstek veroordeeld. Zo doende werd de onderduikerspartij vrijgesproken van het te leveren pakje Cigaretten.

En nadat we zo ongeveer anderhalf uur in de weer geweest waren gingen we eindelijk om kwart over drie eens aan het werk. Gelukkig dat Oome Dorus er niet was en ons dus niet in de gaten had.

17 Augustus 1944.

Heden vieren wij de verjaardag van Jaap Deze veelbelovende jongeman wordt vandaag gepromoveerd tot onderduiker daar hij de leeftijd van achttien jaar heeft bereikt.

Werk van betekenis is er niet omdat de tarwe en de bonen nog niet rijp zijn. Om een uur of zes was de hele zaak aan kant en kon het feest beginnen. Tante Neel had gezorgd voor wijn en koek en er waren een paar vrienden van Jaap gekomen zodat het wel weer kon.

18 Augustus 1944.

Gerst darsen. Oome Dorus, Jaap en Thijs kneppelen en ik moest in de "Keuken" werken. Op de grond werd een dars zeil gelegd daar moest ik de bossen op uitspreiden. Kneppelen en weer de bossen keren. Het ging er anders niet best uit.

19 Augustus 1944.

Rommeling in Parijs. De geallieerde legers rukken op. Het gaat goed meneer de leider. Nog eventjes en Frankrijk is bevrijd dan komen wij wel eens aan de beurt. Na de gerst zijn nu de erwten aan de beurt. Om een uur of elf hadden we de eerst sprei er op liggen. Het ging echter belabberd en toen Oome Dorus zei dat we er maar uit moesten scheiden om een uur of vier, waren we het er natuurlijk dadelijk mee eens en hielpen zo hard als we konden de zaak op ruimen dat het plan toch maar niet zou veranderen. Ja Oome Dorus, die vrije Zaterdag die gaat nog niet zo gauw uit mijn hoofd hoor. Elke keer als het weer zover is dan wordt het opschieten dat we wat bijtijds klaar zijn.

20 Augustus 1944.

Landwacht en moffen actie. Verleden week zeiden de Dames Dekker: "Je kan gerust eens naar Obdam komen want het is er zo rustig als je maar wilt". Vanmorgen vroeg waren er drie jongens te kerke geweest en ... door onze beschermers opgepikt ... 3 Onder duikers minder. Die vervloekte duivels van de landwacht slapen niet. Als er zoiets verteld wordt dan behoef ik er niet aan te denken hier of daar naar toe te gaan, want dan is het gewoon zonder meer   BINNEN  BLIJVEN.

Alzo zijn we vanmiddag weer netjes bij huis. Piet Oostermeyer heeft wat op zijn guittaar zitten spelen en wij hebben er wat bij gezongen zo is de Zondag weer doorgedraaid.

21 Augustus 1944.

Daar de moffen paarden uitbesteden bij de boeren, moeten nu eerst de koeien van het achterland naar voren halen, dan is 't alvast afgevreten. Dat is nu eigenlijk niet netjes, vooral daar de moffen nog zoín goede huur geven. Voor ieder paard dat in de weide loopt krijgt men f0.10 waar dan maar een aftrek is n.m. 7 ct. voor de mest. Zodoende krijgt men dan netto 3 ct. per paard.

22 Augustus 1944.

Ik geloof niet dat ik ooit van mijn leven in zo'n geweldige onweersbui heb gezeten. We sliepen weer zoals gewoonlijk de laatste dagen in het boetje op de bouw. Het was de hele dag een broeirige geschiedenis geweest. We waren net in het boetje toen de bui losbarstte. We hebben wat gepraat en zijn toen alleby in slaap gevallen. Midden in de nacht werd ik ineens wakker, het goot van de lucht en om de haverklap lichtte het. Het was onder de hand gewoon licht in het boetje dat je een krant kon lezen. En dan nog op gepaste tijd donderslagen dat je dacht: "Erger kan het niet". "He, joh, He" ... daar werd Jaap wakker. Ja, het is raak hoor. Het was akelig benauwd in ons boetje en daar de regen allengs harder neer plenste, begon onze tent door te lekken. Op verschillende plaatsen waren mijn dekens en die van Jaap al nat en op een gegeven moment voelde ik het water op mijn rug door mijn pyama jasje heen. Morgen. Erger en we halen de reis niet. Daar komt Jaap met een voorstel, dat er maar naar huis moeten gaan, want het is veel te gevaarlijk daar we zo op de vlakte zitten. Nu maar daar voelde ik toch niet veel voor. Het leek wel of er drie buien hingen, 1 in het Westen, 1 in het Noorden en 1 in het Zuiden. En maar onweer en maar regen en maar lichten. En daar zaten dan twee arme gedropen onderduikers, temidden der regendroppels. Maar ... ... ..  

D

ie 't

U

ithoudt

I

s

K

ampioen.

           

                                                           

                                                           

                                                           

En daar we er natuurlijk op uit waren om kampioen te worden bleven we. Even later zagen we het in Spierdijk branden, daar was natuurlijk wat getroffen. Zo ongeveer een uur hadden we de narigheid en langzaam aan werd het nu stiller. 's Morgens hoorden we dat er in Obdam alarm was geblazen en dat er een heel stel onderduikers zo maar de polder waren ingevlucht. Het gevolg was dat er een heel stel midden in de nacht drijfnat waren thuisgekomen. Overdag moesten we maar eens uitrusten en de snijboontjes draaien voor de weck. Je moest maar rekenen dat Tante Neel wel gezegd zal hebben, het moet nog maar eens flink regenen, want dan komen de mannen de vrouwen tenminste helpen. 23 Augustus 1944.Voor de middag met Jaap samen stekelen pikken en na de middag haver maaien. Jaap zichten en ik bossen binden. ‘s Avonds was het concert bij de Jonkers. Sieuwert Jonker speelde op de harmonika, Arie Koning op de sacsaphoon en Kees Out ook met een mook. Ik heb vanavond een brief naar Obdam geschreven. Als alles goed gaat, komen Stien en Greet, mijn oudste zusters, volgende week een paar dagen te warskip. We hebben een paar keer in de boet van Pauw geslapen doch nog een keer en dan niet meer hoor want dat is veel te gevaarlijk.

24 Augustus 1944.

Midden in de nacht schrik ik me een puist. Er komt iemand de klucht neer. Loopt recht op de deur af en begint aan die deur te morrelen. Ik schrok me gewoonweg gek. Ik dacht al, daar gaan we ….. de deur gaat open ….. en daar staat ….. Oome Dorus. Schrik maar niet want het zit wel goed als er direct een auto komt. Nu ik zie niets en ik dacht het zal wel goed zitten, maar ik dacht ook noch wat anders.
Er is vandaag weer niet veel te beleven. We ruimen maar het een en ander op.

Na het melken als ik even bij Piet Oostermeyer ben is er bezoek voor me. Mej. Greet Dekker uit Obdam komt even afspreken over het bezoek van a.s. Dinsdag.

 
26 Augustus 1944.
We hebben vandaag zo’n kleine 450 pond haver gedorsen. Ons peerd heeft dus ook weer leeftocht voor een jaartje. We waren nogal laat klaar, zodat ik me heb gewassen en direct naar bed ben gegaan.
Zo nu en dan wordt er weer alarm gegeven en is het weer terdege uitkijken. Uitkijken – uitkijken en nog eens uitkijken. Verleden week is de onderduiker van Bakker Spil op de buurt weer het slachtoffer geworden van de Landwacht. Hij liep op zijn vrije middag met zijn meisje op de dijk te wandelen.

Er komt een moffenauto aansnorren met moffen en Landwacht. Vlakbij hem stoppen ze. Uw persoonsbewijs?? Klopt niet. Stap maar in en een week later horen we dan Hij in Amersfoort zit. Zodoende durven we ook niet zo vrij meer op de dijk te kopen. Het is nu zelfs zo erg dat als we buiten voor de deur staan en er komt een auto aan, je je hart vast houdt. Wat hangt er weer boven je hoofd. We hoorden vandaag nog dat de Landwacht bij Tense, waar ze juist aan het dorsen waren, en bij Nic van de Bijl was geweest. Bij Tense vlogen de mensen en dat tuig van Moffen en landwacht door de sloot doch ze konden mekaar NIET krijgen en de landwacht die verloor lekker!!!!!

 
27 Augustus 1944.                        Zondag.
Ik heb een echte Zondagsstemming. Vooral daar ik het echt leuk vind dat Gre en Stien me komen bezoeken. Als het nu maar goed weer is dan loopt alles wel. Oome Dorus en Tante Neel zijn vanmiddag naar Alkmaar een tegenvisite brengen aan de Familie Suzenaar. Er is op de buurt kermis en Jaap mag vandaag niet te kermis omdat hij ook onderduiker is geworden. Hij heeft er natuurlijk geweldig de Pé in maar ja er zit niets anders op.

Ik ben bij Tante Ma even een kopie gaan halen, want anders weet je helemaal niet hoe je het hebt. Als we gegeten hebben komt de verleider. Ja, Oome Dorus, U zult wel denken; het zij toch maar een stel brave jongens, maar we zijn toch vandaag over de streep gegaan. Ik was bij Piet Oostermeyer. Een voor een kwamen de andere heren, Nic Pronk, dat vroolijke mannetje van Jonker en op een endje kwam Jaap Tuinman. Nu liep de maat over. Nu jongens, wie gaat er mee naar de kermis??? ….. geen antwoord. Niemand zin????? Dan zal ik alleen moeten!! Er was er een die bezweek, er kwam er nog een en nog een ….. en ondanks de bevelen trokken we dan maar ter kermis.

Nee mensen, ik heb me een punt gelachen. Der kermis bestond uit een danszaal en een zweefmolen. Het vermaak van de dag. In de danszaal was het helemaal mooi. De temperatuur was er ondragelijk. De heren liepen met opgestroopte mouwen, jasje en vest uit en transpireren op een geweld manier. Jaap Tuinma had al dadelijk wat te pakken, maar ik dacht: Laat mij maar in de frisse lucht en ik nam een retourtje in de zweef met Aagt Pauw. Ja beste Aagt, je kan zweven hoor, je zoudt haast zeggen dat je een engeltje was he? Zo langzamerhand was het mij al weer mooi genoeg en wij trokken maar weer op huis aan.

Enfin, ik weet nu ook wat de Ursemse kermis is. Als we bij huis waren, stond Oome Dirk aan het hek en vroeg aan Piet Oostm. waar we uitgezeten hadden. “Oh, bij Siemen Veldboer”

….. en jokken dat die onderduikers kunnen. Jaap en ik gingen weer naar Tante Ma. We raakten wat aan de praat met Paula de Groot en daar ineens zegt het goede kind tegen Tante Ma dat ze Piet Oostermeyer op de kermis had gezien. Nu dat was natuurlijk wat en Tante Ma vroeg dadelijk of wij er ook geweest waren omdat ze ons samen had zien thuis komen. Nee, wij waren natuurlijk niet geweest. Gelukkig waren wij in de schemer thuis gekomen zodat ze niet in de gaten had dat we zaten te blozen als ik weet niet wat.

Ja Tante Ma, ik zal het maar zeggen want anders zegt U dat er iets niet klopte. We hebben de rosary gebeden en zijn op onze sokken naar boven betrokken.

28 Augustus 944.

            Hoera! Schitterende berichten. Naar ons van officiele zijde wordt mede gedeeld hebben de geallieerde troepen de Belgische grens  overschreden en rukken op naar Charleroi. En we gaan nu gauw naar huis. Nu heel gauw. enz. In een goede stemming gaan we naar het land. We zouden eerst de tarwe gaan zichten, doch deze was nog niet rijp genoeg zodat we maar aan de grote bonen gaan. We hebben ‘n uur werk voor een regel en er zijn 60 regels dus we hebben wel werk.

 

29 Augustus 1944.

            Weer naar de bonen. Ik vroeg aan Oome Dorus of ik naar Obdam mocht met de middag, omdat Stien en Gre daar aan zouden komen. Maar nee hoor er kwam niets van in. Nu dan niet. Na de middag vroeg Oome Dirk of ik niet naar Obdam moest? Nee, Oome Dirk ik werk veel liever hoor! We zijn ijverig in de weer als Jaap ineens zegt dat ze op het voorstuk staan te zwaaien. We zwaaien terug en zeggen tegen Oome Dorus: “Het zal wel voor U zijn maar eerst de regel afmaken hoor! Theo moet maar eens even gaan kijken. Inmiddels was de zwaaier al weer naar voren gelopen en zou juist de klucht bij de boet van Pauw weer naar de dijk gaan toen Theo kwam aan kwam gerend. En even later hoorden we wat er aan het handje was.

Er is een brief voor Pa en of Kees mee mag naar Obdam. Riet Dekker is er en de weg is veilig, zij zal voorrijen. ????? Oome Dorus wist natuurlijk niet wat hij hoorde. Dat leek nergens op, een onderduiker zo ver van huis. En ik moest alles op alles zetten om natuurlijk mee te mogen want daar had ik wel oren naar. Maar nee hoor: “Je gaat maar een tijdje me ze lollen maar ik zou maar hier blijven want het is veel te gevaarlijk. Nu dan zal er niets anders op zitten. Maar we hebben nog wat heen en weer gepraat. Ik ga nooit ergens heen en nu zal het wel toevallig zijn als ze mij juist vandaag oppikken. Nu, dan ga je maar, maar je moet het zelf weten. Het is en blijft gevaarlijk. Maar ik zat al op het voorstuk. Gauw me even een beetje opgeknapt en daar ging het dan op Obdam aan. Maar ik zal dat tochtje niet gauw vergeten.

Nu moet U weer niet aan iets anders denken hoor! Ik was alleen maar zo benauwd op de weg elke keer als we bij een bocht kwamen moest zij voor gaan rijden want juist op die plekken had ik het niet erg begrepen. Gelukkig kwamen we om een uur of vier behouden aan in Obdam. Dat was alweer een paar maanden geleden dat ik op de weg was geweest. En nadat ik mijn fiets opgeruimd had kreeg ik mijn zusters te zien. Heremetijd wat is dat leuk als je zo’n tijd je familieleden niet ziet en op zo’n manier manier wordt je dan geholpen. Ja, de Familie Dekker mag wel van af deze plaats een extra bedankje hebben voor de aardige ontvangst die ze mij en mijn zusters hebben bereid. Ik mocht er wel graag eens een keertje naar toe gaan dat verzette weer wat in de gewone gang tussen de mensen die je alle dag zien en goed doen.

Dan was dit een extra toelage. We moesten natuurlijk eerst een heleboel dingen bepraten. Hoe zit dit en hoe zit dat. Het was zo erg, dat je de ene vraag door de andere vergat. En voor dat ik er erg in had, moest ik alweer eten. We hebben gezellig een broodje naar binnen gewerkt en zijn toen naar Oome Thijs en Tante Grietje geweest dat is de broer van Oome Dorus. Daar troffen we zowaar Oome Dirk en Tante Jane. Het was jammer dat ik al om negen uur weg moest, want Tante Neel had bevolen dat ik thuis moest komen. Nu Tante Neel dat was ik toch heus van plan hoor. Enfin, ik nam afscheid van Oome Thijs en Tante Grietje en daarna van de fam. Dekker. En nu geen taart sturen hoor Kees, want dat is helemaal niet nodig, ik doe het alleen om jou een plezier te doen. En je moet nog maar eens gauw terug komen hoor. Tot ziens dan maar.

Zo de eerste fase is al weer achter de rug. Hier in Obdam heb ik het toch ook maar leuk getroffen. Riet brengt me nog even weg tot aan de Hensbroekerweg en verder zal ik de weg alleen wel vinden. U kunt zich echter wel indenken hoe wij ons voelden als we op de weg waren. Ik was halverwege de Waardijken daar komt ineens een luxe auto aangereden. Ik knijp hem als ik weet niet wat en dacht al minstens dat ik er bij was. De auto komt dichterbij ….. en het lijkt wel of hij stopt ….. Here me tijd ----- Maar hij snort gelukkig voorbij. Gevaar weg. Maar de schrik blijft nog even. Het is eigenlijk waardeloos zo op de weg. Je kan nog beter thuis blijven. Maar ja, je wilt toch wel eens wat.

Als ik thuis kom is die goede Tante Neel nog maar aan het werk. En dat is nu eigenlijk niets want alles moet natuurlijk weer in de puntjes zijn. Maar ik hoef het niet te zeggen, want het helpt toch niet. 30 Augustus 1944. Waar blijft het mooie weer? Ik heb gauw even de melk gedraaid en ben me daarna gaan verkleden en scheren. Want over een uur komt de visite.

Half tien gaat Piet kijken maar de bus rijdt door en er is niemand uitgestapt. Mensenlief, ze zullen toch niet blijven zitten. Om een uur of tien gaat Jeanne eens even kijken. En ja hoor, even later komen er drie aangewandeld. Stien, Greet en Jeanne. Nu, hoe komt dat nu dat jullie zo laat zijn? “Oh, de bus stopte niet en toen zijn we maar gaan lopen”. Enfin, jullie zijn er en daar gaat het om. Nadat ik de dames heb voorgesteld gaan we een koppie doen en begint het vragen maar weer.

Ik krijg een brief van Klugt en van Tante Cor, mijn peettante. En de post bracht er juist nog een van mijn vriend Frans. De koffer moest daarna uitgepakt worden want ik had voor de kleine jongens nog wat laten meebrengen. Daarna eten. Na het eten heb ik ze een paar brieven laten lezen en zijn we het een en ander gaan bekijken. Het was jammer dat het weer niet meewerkte, want soms durfde je je hoofd niet buiten de deur te zetten zo als het regende. Tante Neel had natuurlijk weer extra fijn gezorgd.

Na het brood eten gingen we naar Tante Ma en Oome Klaas. Daar was het natuurlijk ook weer zo gezellig dat het een uur of elf werd voor dat we gingen roze kransen en naar bed gingen.

31 Augustus 1944.

We zijn eerst met zijn drieen naar de kerk geweest en daarna moest Gré eerst het centrifuseren en boter en kaasmaken zien. Oome Dorus legde een en ander uit. Vannacht hebben de moffen een heel stel paarden gevorderd. Ze moesten eerst op de beurt verschijnen, doch toen de boeren met hun paarden kwamen, waren er geen moffen, zodat ze natuurlijk weer gauw naar huis gingen. De moffen zijn echter terug gekomen en waren dol gewoon. Ze zijn de paarden gewoon gaan halen. Siemen Groot moest zelfs het paard van Pauw dat deze achter in het land had gebracht (en hij was zelf naar Medemblijk die nacht) er uit halen. We moesten vandaag bij Tante Jane op de koffie. Piet Oostermeyer zorgde voor de muzikale omlijsting. Na de middag heb ik enige brieven geschreven die de Dames mee moesten nemen en thuis afgeven. Onderwijl zorgden Stien en Gré dat er een paar nieuwe voeten aan mijn grijze sokken kwamen, want die had ik er zo gaandeweg uitgetippeld. Ik heb nog een brief naar mijn broer Jan geschreven die op het ogenblik in D. bij een boer werkt.

Oome Dorus zat vanmiddag even de zeis te haren onder het toeziende oog van mijn zusters. Moet U eens kijken hoe aardig?????

klik op de foto voor een vergroting Het was alleen maar jammer dat het weer niet zo erg helder was. Tegen de middag begon het een beetje te regenen. Doch het klaarde weer gauw op en toen zijn we met Tante Neel, Jeanne, Gré en Stien en Arie en Nico naar het land gegaan om het boetje eens te bekijken.

Oome Dorus was al op de bouw van Pauw aan de tarwe begonnen. We waren juist weer op het voorstuk van Kees Borst terug toen het begon te spetteren, wij als de wiedeweerga het bootje in en naar de koeakker van Oome Dirk geroeid. We waren net bij het varkensboetje toen de bui losbarstte. Het kwaad was wel van voorbij gaande aard doch leuk is het niet. Na verloop van een uurtje was het weer droog en kon het werk doorgaan.

Jaap zou juist de kalveren gaan voeren toen Oome Dorus er aankwam die natuurlijk zei: “Dat is werk voor die 2 Dames hoor” en also stond Gré even later met de emmer bij het kalf en het ging natuurlijk zoals het behoorde. Ze kon het alleen niet af, Stien moest helpen en zij zou het kalf wel eens even vast houden. Nu moest ik natuurlijk dadelijk mijn fototoestel gaan halen. Ik stond echter verbaasd toen ik zag dat Gré zelfs haar hand in het kalf zijn bek durfde te steken om het goede dier te laten sabbelen.

klik op de foto voor een vergroting klik op de foto voor een vergroting

Het ergste kwam nog. Ik had mijn fototoestel naar binnen gebracht maar toen ik terug kwam waren mijn gasten gevlogen. Ze waren naar het melken gaan kijken. “Nu moeten jullie eens op de foto bij de koeien” zei Oome Dorus. Maar nee hoor, dat leek er niet op dat het gedaan zou worden. Je bent echter met Oome Dorus zo maar niet klaar. Ik moet even een paar overalls gaan halen en vooruit hoor. Bij de koeien!!!!! Ik kon mijn ogen gewoon niet geloven.

Mijn vader heeft een bloembollenBedrijf en alle bloemisten moesten groente telen voor de mof. Je mocht er echter ook een koe van houden. Zodoende stond er bij ons thuis in de schuur achter in de tuin een koe op stal. Het ongeluk wilde nu dat de kolen in een hok lagen, vlak naast de koe. Al mijn zusters waren bang van het goede dier (Ja, ze konden hem van mij ook gestolen krijgen hoor). Op een zekeren middag moesten er hoog nodig kolen op de kachel. Gré loopt naar de kolenkit!… en ziet dat deze leeg is. Clazien, ga jij eens gauw een kit kolen halen? ….. Maar Clazien durfde niet bij de koe en gaat geen kolen halen. Een ogenblik later zijn ze met elkaar aan het redetwisten. Maar ….. ondertussen gaat de kachel …..UIT. En als ik mij nu niet vergis staan daar mijn twee zusjes die thuis zo bang waren van de koe, er hier vlak naast.

Natuurlijk heb ik niet verzuimd, dit feit vast te leggen en al zijn de foto’s niet zo erg mooi vanwege het weer, we kunnen er toch op zien dat ik een paar dappere zusters heb.

klik op de foto voor een vergrotingklik op de foto voor een vergroting

Onder het eten was dit feit natuurlijk het onderwerp, wat besproken werd. We hebben daarna samen nog een kopje koffie gedronken en ik heb mijn dagboek bijgeschreven.

Het eerste deel is nu vol. Om een uur of negen zijn we naar Tante Ma gegaan en hebben daar een en ander nog eens besproken. Morgen na de middag gaan mijn gasten weer op huis aan. Het is erg leuk geweest, alleen heeft het weer niet meegewerkt.

Vervolg...... september