index

1 September 1944.                         Vrijdag.                         URSEM

Ik heb vandaag mijn dagboek geopend met een voorwoord en een afscheid aan mijn beide zusters die vandaag weer op de stad Hillegom aan getrokken zijn. We zijn vanmorgen eerst even naar de kerk geweest en daarna terwijl we zaten te eten, kregen we een prachtstaaltje van de ondergrondse te horen. In de plaatsen Edam, Tiel, en in Spanbroek vlak bij ons hebben ze overvallen gepleegd op de auto’s van de Distributie dienst en met goed gevolg. Behalve in Alkmaar, daar ging de vlieger niet op.

We zullen nu eerstmaar eens even naar de druivenkas van de Jonkers gaan. Ik zal mijn dierbaren maar eens tracteren op de druiven van Ursem. Ik had al een paar weken van te voren gevraagd of ik een pond of zes kan kopen. Nu dat was goed. We begonnen te knippen. Die een pond, die een pond, enz. Totdat ik zo aan de 15 pond gekomen was en Egbert al zei: “Zo langzamerhand kom je wel aan je zes pond Kees”.

 klik op de foto voor een vergrotingMet Oome Dorus heb ik een konijn geslacht, dat heb ik voor mijn thuis gekocht, van Tante Neel kreeg ik een knot wol voor een paar sokken en van Oome Dorus een Edammer kaasje.

Er is een tijd van komen en een tijd van gaan. We zullen daarom maar eens afscheid gaan nemen. Bij Tante Ma treffen we het nog want die is juist aan de pannekoeken. Als we gegeten hebben is het voor de Dames tijd om op te stappen. Ik neem afscheid en een uurtje later ben ik al aan de tarwe.

En terwijl Stien en Gré op Obdam aan zijn, zijn Jaap, Thijs en ik alweer aan de tarwe begonnen. Ik heb mijn oude karwijtje en moet bossen binden.

Half negen. Zo is alweer een flinke hap eraf. Het kan wel weer voor vandaag, mijn zusters zullen nu wel thuis zijn, dat is tenminste te hopen, want het gaat er zo raar aantoe met de spoorwegen en telkens worden er maar treinen beschoten, dat het eigenlijk een gevaarlijk werkje wordt.

2 September 1944.

Als we om zes uur wakker geworden zijn, en we eerst het boetje voor de geiten op het akkertje van Piet de Graaf recht gezet hebben, gaat Jaap naar de tarwe en ik ga met het bootje naar huis. Zo 's morgens vroeg is het prachtig in de polder. Als het eenmaal licht is beginnen de vogels zich te weren en de boeren komen melken. Het eerste wat je hoort is het geluid van de melkbussen en het geklots van de spanen van de melkschuitjes. Langzamerhand wordt het drukker en als het eenmaal een uur of acht is, gaat het volle leven weer zijn gang.

Na het eten gaat Thijs naar de tarwe, want die moet er vandaag af en ik moet Oome Dourus helpen kazen en het melkgoed boenen. Half twaalf gaan ook wij naar de bouw. Gauw gegeten en dan tot een uur of tien door aan de tarwe en dan hebben we dat ook weer gehad. We hebben 83 hokken gezet en allemaal hebben we er een regenkap opgezet. De fam. Seyts mag aren rapen en dat is wel de moeite want er ligt nog genoeg.

Nadat ik om half elf een tijdje besteed had aan de lichaamelijke reiniging mochten we zomaar naar Tante Ma toe om te gaan slapen. Het viel me mee, want Oome Dorus had vanmiddag juist gezegd, dat we maar naar het boetje moesten gaan omdat ze in Avenhorn een paar ondergedoken Italianen hadden gegrepen en dat er nog een paar zoek waren dus was uitkijken weer geboden.

3 September 1944.

Zondag Onder de hoogmis heb ik een paar brieven naar huis geschreven. Veel is er niet te beleven, maar dat mag niet hinderen. De macht der moffen begint te slinken. Na de middag heb ik wat zitten lezen in een paar boeken die ik van uit Obdam heb gekregen. En ik ben nog even bij Piet Oostermeyer geweest daar die te bed ligt.

4 September 1944. Verhoogde activiteit.

Hoera BRUSSEL DOOR DE GEALLIEERDEN BEZET. De moffen trekken terug. HOERA. En we gaan naar huis toe. Wie gaat er mee? We beginnen in een enthousiaste stemming te raken. Het schijnt hier ook een beetje te gaan spannen. We hoorden dat er een trein met moffen uit de Waard vertrokken was. Deze hadden van alles medegenomen. Paarden, wagens, tuigen, zelfs melkgerei dat ze bij de boeren gestolen hadden was erbij. Er waren nog lieden die het paard van buur Pauw hadden gezien. Wie weet leeft Dauphine eerstdaags wel niet meer. Na de middag stonden we in troepjes op de dijk en maar over de toestand praten.

Er waren juist plakkaten aangeplakt waarop stond dat alle personen die in het bezit zijn van een hond, op de keuring moesten komen. Jaap en Thijs en ik stonden met de jongens van Oome Dirk, Tante Ma, Siemen en Oome Dirk te praten toen er een ventje vlakbij ons afstapte en met ons begon te praten. Ja, en weten jullie nu wel waar die honden voor zijn ? Nee, dat konden we niet raden! Ze zoeken allemaal groten uit en die zijn dan, om de &.. van de NSB ers af te likken. Algemeen gelach. Maar we moeten weer aan het werk en dat valt niet mee in zo'n stemming. Elk ogenblik sta je verstomd van de laatste berichten. Zo hoorden we dat de moffen in Berkmeer met verrekijkers de polder door reden om te kijken of er nog paarden in het land liepen.

5 September 1944.

We gaan morgen naar huis. Hoera!!!!! De duivelse moffen worden verdreven uit stad en land Vive les Allies. De geallieerden legers zijn de HOLLANDSE GRENS over gestormd. BREDA in onze handen. Zo dan is mijn vriend zijn broer alvast bevrijd, die is dan beter af als wij. Maar wij komen morgen of overmorgen wel aan de beurt. Groter nieuws. Onze echte bevrijders rukken op naar ROTTERDAM.. Even later krijgen we weer groter nieuws te horen. De Engelse troepen zijn gesignaleerd in Sassenheim. Maar als ze nu maar gauw doorgaan. Ik knijp 'm even, want ze zijn nu vlak bij Hillegom. Als er maar geen brokken komen. HET NIEUWS IS NIET VAN DE LUCHT? Onze BEVRIJDERS IN HAARLEM EN IN GOUDA.

We hoorden, dat ze bij de Spanjaardslaan al in grote getale klaar stonden met bloemen voor onze BEVRIJDERS/ MENSEN wij zijn dol. WE ZIJN EX ONDERGEDOKENEN! AL DE NARIGHEID VERGETEN WE. Leve de VRIJHEID. en weg met de vervloekte verwenste gehate en duivelse Moffen en moffenaanhangers. DOOD aan die hyena's van Landwachten en al dat andere gesnor.

Oranje boven, leven de Koningin. Er wordt practisch niets gedaan. Onze geallieerde vliegtuigen snorrelen zo lekker in de lucht en pikken hier en daar zeker een moffen transport. Laatste nieuws. De gehate Landwachten consorte is uit Hoorn en uit Alkmaar vertrokken. MET ONBEKENDE BESTEMMING/ HE HELDEN WAAR BLIJVEN JULLIE?????

We moeten helaas weer aan het werk. We hebben wel niet veel zin maar ja, er zit niets anders op. Als we klaar zijn horen we dat de melkrijders van de PRINSES Melkfabriek te Ursem ondergedoken zijn. 10 UUR Een van de emotioneelste dagen uit mijn onderduikperiode DINSDAG 5 SEPTEMBER '44 is ten einde. We mogen vannacht thuisblijven.

6 September 1944. 3 Maanden. Invasie.

Wat zijn we optimistisch geweest. De laatste berichten luiden dat de Engelse troepen in Breda geweest zijn, maar weer zijn weggegaan omdat ze geen voldoende troepen hadden. Dat is jammer. Maar enfin, als ze maar weer terug komen, dan mogen we alweer niet mopperen. De moffen hebben het concentratie kamp Vugt losgelaten.

Ik mocht vandaag even bij Cor Groen komen om naar de Eng. zender te komen luisteren, doch het is er niet van gekomen, ik was te laat klaar. Het mooie weer is er vandoor. Al van eind Augustus is het slecht weer. We moeten nu om 8 uur binnen zijn. Vanavond zijn we maar weer naar het boetje getrokken om een uur of tien.

7 September 1944.

Toen ik vanmiddag thuis kwam en naar het nieuws vroeg zei buurvrouw Freker: "Nu als je zin hebt, mag je wel naar de radio komen luisteren ". Hetgeen natuurlijk niet aan een dove gezegd was.

Als ik om een uur of 8 naar de buur ga is het er al vol van de heren onderduikers. En als ik goed en wel op mijn stoel zit klinkt het door het kleine kamertje &.. "In Naam van Oranje doe open de poort &.. Hier RADIO ORANJE". De stem van strijdend Nederland. Het was gewoonweg 'n spontaan gehoor. Het was doodstil in het vertrek alleen onze Oranje man was te horen. Nadat we nog even naar de Belg geluisterd hebben en tot slot hoorden &.. en we zeggen het zonder te pochen, maar toch zullen we ze krijgen die moffen, zijn we naar Tante Ma gegaan waar we natuurlijk een verslag moesten geven hetgeen er gezegd was.

8 September 1944.

We hebben het niet erg druk, omdat de tarwe en de bonen nog niet rijp zijn en dus nog niet gedorsen kunnen worden. We heben de tarwehopen die omgestormd waren weer op gezet.

10 September 1944. Vanmorgen ben ik niet naar de kerk geweest, ik denk wel dat de laatste keer wel zo wat is. Je hoort de laatste dagen van geen moffen of landwacht activiteit. Na de middag heb ik van Piet Oostermeyer een paar foto's gekregen die hij gemaakt had.

11 September 1944.

Met Jaap heb ik vanmiddag de blauw manen binnen gehaald. Ze hadden de laatste twee weken wel erg geleden door de storm, waardoor er een heel stel doppen waren stuk gegaan en het zaad hadden verloren. De stem van Strijdend Nederland! Vanavond hoort U Prins Bernhard die tot U zal spreken en in het bijzonder tot de illegalen. Een reportage uit bevrijd Belgie volgde. Brussel en Antwerpen. Er waren in Antwerpen een 100 Onderduikers die een stel moffen hadden gevangen genomen en in de leeuwenkooi van Artis hadden gestopt. Wat 8 uur binnen betreft, daar trekken we ons maar niet veel van aan. We kijken natuurlijk wel een beetje uit maar meestal zie je niets. Vandaag is Jan, de oudste zoon van Oome Dorus die in de Berkmeer was ondergedoken, ook weer thuisgekomen.

12 September 1944. Aan de tarwe oogst.

We hebben twee boeiers tarwe naar binnen gehaald. Ja, het is wel raar, maar er heerst een gewapende Vrede tussen Jaap en Thijs en Mij. Die onderduiker heeft het gedaan hoor &.. en als ik op no. 100 zit & hoor ik Thijs zeggen: We hebben 'm niet roepen! Ja,ja dat onderduiken lijkt soms wel leuk, maar het is ook niet alles hoor.

Productie slag 1944. We gaan met man en macht aan de tarwe. Eerst de boeier laden, naar huis varen en dan lossen met het paard in de berg jagen. Zolangzamerhand durven we het paard ook weer wat te gebruiken. Eerst zag je geen dier doch nu de moffen zeker meer interesse voor mensen hebben, zijn de dieren weer wat veiliger.

14 September 1044. Erwten darsen. We zijn met twee ploegen in de weer. De ene partij gaat darssen en de andere gaat het bonenveld klaar maken, omdat we daar morgen aan gaan beginnen. 's Avonds moesten we met een boeier erwten stro naar de boet van Pauw. We hebben er meteen een fijn bedje gemaakt en zijn toen vannacht daar gaan slapen. In al onze ijver hebben we de hele boet netjes opgeruimd, maar dat was vast en zeker niet de bedoeling want in een van de hoeken lagen nog onder wat stro de stoffelijke resten van een &..

Enfin dat doet er ook niet toe, maar een paar dagen later kregen we een fijne schapen rollade &. Hij viel op het veld van eer.

15 September 1944.

In alle vroegten zijn we er met zijn allen op uit getrokken naar de bonen. Kneppels, darszijl, zeven, zakken, enz. enz. We zullen de bonen een goede klap verkopen, we blijven daarom maar in het land eten. Eerst gaan we de bonen met paard en wagen bij halen en lossen. Met zijn vieren kneppelen, een af harken en een in de keuken. Ik was het slachtoffer dat in de keuken moest werken. Maar na de middag heb ik ook gekneppeld en lost Jan me af. Het is een heel aardig werk bij het kneppel en waar er als het ware muziek in zit. Ik had mijn fototoestel mede genomen en terwijl ik met Oome Dorus, Jaap en Jan de bonen er aan het uit timmeren waren nam Thijs ons even.

klip op de foto voor een vergrotingOnder het werk hebben we het steeds maar over de toestand. Wanneer zullen we nu eens bevrijd worden? Als we om zes uur naar huis gaan is het eerste wat we horen, dat de eerste duitse stad n.m. Aken gevallen is. We beginnen er dus aan te winnen. De Canadeese troepen rukken op naar Zeeuws Vlaanderen. En naar de lampenstad Eindhoven.

16 September 1944.

Thijs is vandaag jarig, we moeten dus er een beetje achter heen zitten, want we zullen wel aan de borrel moeten vanavond. Ja, er gebeuren hoe langer hoe interesanter dingen. Nederland redt zich zelf wel.

We stoken nu zelf onze eigen 'oude klare'. Men neme een pond rogge en men nemen een pond suiker en neme enig gist en na verloop van een week of vier neme men zijn glaasje en men proeve en men bevinde dat men heus niet in Schiedam behoeft te zitten om nog eens lekker te kunnen pimpelen. Heremensen, ik was blij dat het zeven uur was. Achter elkaar gekneppeld zodoende hadden we een paar 100 pond bonen in de zak. De rest komt de volgende week wel.

Nadat ik me eens lekker had opgefrist in de heerlijke buitenlucht en Thijs zijn verjaardag heb gevierd zijn we maar naar Tante Ma gegaan, want we hoeven gelukkig niet naar de polder vanavond.

17 September 1944. Dag van emoties.

Als de huisgenoten naar de kerk zijn, zit ik een paar brieven naar huis te schrijven. Onderwijl vliegt de ene formatie vliegtuigen naar de andere over. Het geronk is niet van de lucht. Onder het eten wordt het bijkans nog erger. Ze beginnen e schieten alsof hun leven ervan afhangt. Wij naar buiten. Ja hoor, daar vlogen ze. Waar zouden die nu weer naar toe moeten. Om een uur of vier komen Piet Oostermeyer, Pronk en Jonker opgewonden naar binnen. INVASIE in Holland !!!!! Een paar duizend parachutisten zijn er bij Arnhem gedaald. Heremensen. Dat is dan eindelijk het ogenblik waar wij op gewacht hebben. Nu nog een rukje en we gaan naar huis. Iedereen raakte in vuur.

Oome Dorus was echter wat kalmer en vond dat we maar wat binnen moesten blijven en vanavond maar de polder in moesten gaan, want de moffen konden wel eens mensen gaan vorderen. Enfin, we zouden eerst maar eens naar de stem van Strijdend Nederland gaan luisteren. Kwart voor acht ging ik met Jaap naar de Freker. Er was echter al niet veel plaats meer. Alle jongens uit de omtrek, -onderduikers- waren natuurlijk op dat nieuws afgekomen.

Daar slaat de klok in LONDEN acht uur. en eerst zacht &.. langzaam aanzwellend klinkt het &.. IN NAAM VAN ORANJE DOET OPEN DE POORT. Daar klinkt de stem .Alle spoorwegmannen moeten op bevel van de regering STAKEN. Volgt allen de bevelen op die de ondergrondse opperbevelhebbers U geven. Voorlopig echter boven de grote rivieren geen activiteit. Wij zullen dus nog even moeten wachten. Efin, als het maar niet lang duurt. Daarna volgt er een reportage uit bevrijd Valkenswaard. En al zijn wij nog niet bevrijd, we raken toch in vuur en vlam als je die mensen daar enthousiast het Wilhelmus en Oranje boven hoort zingen. Na nog een herhaling van het belangrijkste nieuws hebben we nog even een en ander bepraat. We waren allemaal dolblij en er waren er al een paar die van plan waren om naar huis te gaan want het zou toch wel zo af zijn. Kijk maar naar België, dat hebben ze ook in een paar dagen gezuiverd. Met het zalige gevoel dat we over een week of wat weer vrije Nederlanders zouden zijn, gingen we uiteen.

18 September 1944.

Zo we gaan maar weer kneppelen. De zin is er anders niet naar. Je zoudt het liefste maar naar Radio Oranje die wel een keer of zes per dag uitzendt gaan luisteren. Ondanks dat we de hele dag met de toestend bezig zijn, schieten we toch al heel aardig op. We blijven vanmiddag maar weer in het land eten, dat scheelt al weer een uurtje. Ja, ja, mensen nu moeten jullie niet denken, Nu maar die onderduikers hadden toch maar een best leven . Dat was er in het geheel niet bij. Zelfs onder de middag werkten wij wel eens. Maar ja, dat hoort er zo eenmaal bij. En op een endje vind je dat heel gewoon. Enfin, als het kwart voor een is gaan we eerst maar eens wat eten.

Theo is met het roeibootje gekomen en heeft ons middagmaal mede genomen. Maar we beleven elke dag wat nieuws. Als alles op de wal staat blijkt dat onze Jeanne vergeten heeft de borden er bij te doen. En daar zitten we nu, vriezen we dood dan vriezen we dood. Daar hebben we een pan met aardappelen, een pannetje met jus en een pan met groente, lepels en vorken &.. &.. &.. maar geen borden. Enfin, het feit ligt er eenmaal. We zijn met zijn vijven. We hebben drie pannetjes en drie deksels, dus we zullen maar eerlijk delen. Jaap neemt de aardappelen pan, (jij moest natuurlijk weer juist de grootste hebben he!) en Jan nam een pan, wij kregen recht op een deksel. En als ik nu nog eens een jongen moet raden te gaan onderduiken, dan mag hij zijn bord wel mede nemen, dat kan het hem tenminste niet zo vergaan.

Ja, ja, Jeaantje was zeker weer niet wakker. Die mannen maken het haar ook zo lastig, en nu deed ik nog wel zo mijn best. Maar ik had ook niet te mopperen hoor, want ik kon bij Jeaantje nog wel een potje breken, waarvoor ik ze natuurlijk altijd dankbaar zal blijven. Wat ik allemaal van haar kreeg en wat ze allemaal voor me deed zal ik maar niet neer schrijven, daar ik er anders misschien nog wel een paar folio's bij moet maken. Maar Jeanne ter compensatie zal ik je foto hier afdrukken.

klik op de foto voor een vergrotingJe had eens, (wetens en willens) of niet, je tasje laten liggen. Nu staat het wel niet netjes, maar ik zag die foto van je en dacht: Pik in, die is voor het dagboek . Alzo vervul ik hier de belofte die ik bij het open tasje heb gedaan en al zal je misschien bij jezelf zeggen: "die onderduikers waren toch maar erg vrij", je zal toch ook wel denken "Nu sta ik er toch maar netjes in! " ZO, We hebben eerst even lekker gepit en zijn toen maar weer gaan werken voor de voedsel voorziening. KWART VOOR ACHT. Attentie attentie!!!!! Onderduikers, denk om de stem van strijdend Nederland.

Ja hoor, daar gaan ze weer, de ene onderduiker na de ander loopt maar na acht uur op straat om nog even gauw de Oranje zender te kunnen beluisteren. En als we bij buur Freker zitten, hoor je maar niets anders als: "nog even en we zitten weer thuis" . Ja hoor, al heb ik het bijzonder best getroffen (en dit boekje zal er speciaal voor zijn om dit uit te laten komen) ik wil toch maar weer graag naar huis. OOST WEST- maar THUIS IS HET 'T BEST. En dat zijn feiten.

Daar klinkt het Geuzenlied en worden we verblijd met het nieuws dat onze Philipsstad EINDHOVEN is bevrijd. Wel hebben de moffen er veel gestolen en zijn de laatste dagen wel zwaar voor de bewolking geweest, maar vrij zijn ze en wij moeten nog maar afwachten wat er ons boven het hoofd hangt. Ja, Brabanders en Limburgers, jelui moesten eens weten wat we met spanning naar Radio Oranje zaten te luisteren, of je nu al bevrijd was of niet.

De spoorwegstaking is in volle gang, er rijdt geen trein meer of het is er een die door de moffen bestuurd wordt. Alle mannen tussen de 16 en 60 jaar moeten zoveel mogelijk van de weg afblijven daar ze anders door de moffen worden opgepikt om te graven aan de nieuwe verdedigingslinie.

19 September 1944. Onze bevrijders rukken op naar NIJMEGEN.

De strijd die daar gestreden wordt door onze geallieerden is er wel een van de zwaarste maar tot nog toe gaat alles goed. De Waalbrug is door een dapperes ondergronde behouden gebleven. Verder is er niet veel nieuws, of het moest zijn, dat er in Zeeuws-Vlaanderen al een kamp voor NSBers klaar is. Nu zullen ze daar die verraders al eens een kopje kleiner maken.

20 September 1944.

Gelukkig hoor, vandaag voor de laatste dag grote bonen darsen. Het weer werkt echter niet mede, want als we twee spreien gedaan hebben begint het al te regenen. We gaan daarom voorlopig maar naar huis. Daar is inmiddels al weer geen goed bericht gekomen want er worden fietsen gevorderd in Hensbroek en Obdam. We hebben juist een gast, Joop Swart, die was met de fiets uit Amsterdam gekomen doch had van fietsen vorderen niets gemerkt.

Na het eten ging Piet een boodschap op de buurt doen, doch was in een wip weer terug, kwam binnen gevlogen met de uitroep: "De moffen zijn op de buurt aan het fietsen vorderen" . Nu dat was wat. Van ons middag slaapje kwam niets. Ineens vlogen we allemaal op het fietsenrek aan en ieder nam een fiets voor zijn rekening. Jan nam zijn eigen fiets, Jaap die van zijn Moeder, Thijs had er een en ik had de fiets van Oome Dorus, wij naar de koeakker van Oome Dirk en daar de fietsen in de praam gedaan en zo de polder ingevaren. Nee, zoiets heb ik van mijn leven nog niet gezien. Van alle kanten vlogen ze met fietsen de polder in. Nu zag je pas dat er nog wat fietsen waren. In verschillende zijsloten zag je schuiten met fietsen staan.

Maar in al die bedrijven waren we zo maar weer op ons werkterrein aan geland zodat we de kneppels maar weer oppakten. HET NIEUWS van vandaag is al bijzonder goed. Nijmegen is bevrijd.

21 September 1944. Begin van de Herfst.

Nu deze zet goed in. Het is prachtig weer. We moeten eerst bonen opzoeken en daarna tussen de bieten schrapen. Nu dat is wel nodig, want het vuil staat bijna net zo hoog als de bieten. Na de middag moesten wij de bruine bonen trekken. Als we weer bij buur Freker zitten om naar Radio Oranje te luisteren krijgen we minder mooie berichten te horen. De troepen die in Arnhem geland zijn verkeren in het grootste gevaar, er zijn echter ontzettings troepen onderweg, of deze echter op tijd zijn zal de vraag zijn. In Zeeuws Vlaanderen hebben onze troepen 10.000 Moffen gevangen genomen. Zo gaat ie goed meneer de lijder.

23 September 1944.

Vandaag viert Piet Oostermeyer zijn verjaardag. Nu dat zal wat worden. Hij liep de hele week al te prakkizeren hoe hij dat moeste hebben die dag. Mijn waarde buur kan soms zo eigenaardig doen. Enfin, hij mag niet mopperen, want ter ere van zijn verjaardag heeft Oome Dirk de haan geslacht. Daar het slecht weer is blijven we thuis tarwe rollen door de zeef en de blouwmanen pellen. Om een uur of twaalf ben ik Piet even gaan feliciteren, de arme jongen had niet eens post gehad van zijn geliefde en van zijn familie. Ja, ja, die onderduikers moesten wat verduren. Het zal mij benieuwen hoe dat met mijn verjaardag afloopt.

Pittstra uit Hoorn is gekomen. Een vaste klant van ons. Maar die weet ook wat ons toekomt en heeft een paar manden pruimen medegenomen. Heremetyd wat hebben we daar even lekker van gegeten. In een wip hadden we zo 'n mand lens en van een aar de kop eraf. Wat mij betreft heb ik liever elke dag wat, maar zo eens raak eten wil er ook wel in. "We zullen er nu maar eens een punt achter zetten", zegt Tante Neel en de mand verdwijnt naar de koegang op het kaasbord. Maar dat is eigenlijk een lastige plaats want we moeten er elke dag voorbij. En ja hoor, een keer was de verleiding zo groot &..!

Mijn vrije tyd benut ik met lezen. Ik heb vanuit Obdam enige boeken gekregen. Om een uur of tien ben ik maar weer opgestapt en naar Tante Ma gegaan om te slapen.

24 September 1944.

Nauwelijks lag ik gisterenavond te bed, of er vloog een mof rakelings over het huis. Een moment was het of dat ding van plan was hier of daar neer te klappen maar het liep nogal los. Even later werd er geweldig door dat vliegtuig geschoten, zodat ik dacht dat het een TOMMY was, maar vanmorgen al heel gauw hoorden we, dat het een mof was die op de verduistering lette. Bij Simen Borst, de kolenboer, schoten ze in de keuken en op verschillende andere plaatsen vielen de bruine bonen ook maar in huis. Er volgden zelfs nog persoonlijke ongelukken. En dat alleen omdat een paar van die eigenwijze lieden niet of niet goed verduisterd waren.

De post gaat ook weer een beetje ondanks dat er geen trein rijdt. Ik heb daarom maar een brief naar mijn vriend en naar huis geschreven. O, O, die Zondag dat weet wat. Enfin, het is alweer zowat kwart over acht en dan gaan we wel eens naar Radio Oranje luisteren. Veel nieuws is er niet. De strijd bij Arnhem verloopt zeer langzaam, ik geloof dat als het zo door gaat het nog wel een half jaartje duurt. Van naar huis gaan wordt tenminste niet meer gesproken.

25 September 1944. Slecht weer.

Het ene ogenblik regent het dat het giet en een ogenblik later is het weer zoning. We zouden de bruine bonen op de ruiter zetten, maar we waren nog geen kwartier aan de gang of het plenste van de lucht. En maar werken jongens, wij als de wiedeweerga naar het boetje. Voor alle zekerheid bleven we maar een half uurtje wachten maar het weer werd niet beter, zodat we maar weer op huis aan gingen.

Daar we nog een hele dag voor ons hadden, zijn we maar naar de boet gegaan en hebben met vereende krachten een dertig a veertig pond aardappelenmeel gemaakt. Vrouw Hag kwam ook nog even kijken en (ze was eigenlijk een beetje erg pro) vroeg aan de onderduikers of die voor haar ook nog een beetje aardappelmeel wilde maken. Nu, wij waren ook de kwaadste niet en hebben ze netjes geholpen &.. dat weet je zeker nog wel Jaap. Met ingang van heden, wordt eenieder onderduiker. We mogen nu weer Zondags naar de kerk als de kust veilig is, we gaan er dus een beetje op vooruit.

26 September 1944.

We hebben vandaag in de stof gezeten. De bonen moesten gewaaierd worden. Ach mijn lieve mensen. Daar ging mijn schone boordje en mijn vers gestreken overhempie. Maar het mag hem niet hinderen, we teken het hier gelukkig niet zo krap. Wat U Oome Dorus. Ik weet wel dat de orde van Ursem ook bij ons thuis moet worden ingevoerd want dan hebben wij het ook weer eens een beetje gemakkelijker.

In West Friesland rommelt het weer een beetje. De moffen zijn met geweld aan het mensen vorderen, in Langendijk was het zelfs zo erg, dat die duivels de mensen uit huis haalden om ze mee te nemen voor graafwerk. Oome Dorus werd al bang en begon direct over het boetje te praten, doch met al de energie die in ons was, hebben we dat voorlopig weer weten af te ketsen. Maar ik zie het er toch weer eens van komen als het zo door gaat. De post bracht een brief van mijn vriend die ondanks alle emoties toch nog maar steeds thuis is gebleven.

Wat de laatste dagen al een beetje te voorzien was, gaat vandaag of morgen wel gebeuren. Ze redden het niet bij Arnhem. Wij krijgen tenminste de eerste vier dagen geen berichten, zogezegd om de vijand niets wijzer te maken. Enfin, het is eenmaal niet anders, we zullen er maar in berusten. Ik ga maar weer gauw naar Tante Ma toe want die is ook zeer nieuwsgierig hoe het ermee staat.

27 September 1944. Herfstweer.

Regen en nog eens regen. Ons eerste werk was de koeien verweiden naar het voorstuk en daarna zouden we bonenstro gaan halen bij Siemen Ursem, onze buur. De regen wes echter geregeld de spelbreker. Na de middag werd het bijkans nog erger, we moesten de bruine bonen op de ruiter zetten. Oome Dorus was geloof ik naar de Berkmeer. Enfin, we hadden natuurlijk de zin wel, maar als het regent kan je niet werken, wij dus naar het boetje en maar preken jongens, het end van het liedje was, we gaan maar naar huis want het blijft regenen. Nu daar kon ik natuurlijk niets op tegen hebben, maar het ergste gaat komen, zo tegen een uur of zes zei Jan: "Weet je wat Kees, de jongens gaan te melken, dan kunnen wij net even de bonen op de ruiter zetten" !!!!! Ja en ik zat er doodgewoon aan. We moesten onderwijl nog wel een paar keer naar het boetje vluchten, maar eer het half acht was stonden er zes ruiters met bruine bonen. OZO. Ja, dat gebeurd wel eens meer hier, als een ander al lang in zijn mooie broekie rondzwabbert zijn wij nog maar ijskoud aan het werk of er niet s aan de hand is. Maar zo zie je ieder zijn meug &..!

28 September 1944.

Voor de middag moest ik assisteren bij het centrifuseren en bij het kazen. Nu dat mocht ik nogal graag. Daar was je zo zoetjes aan nog een hele tijd mee zoet. De vreugde was echter van korte duur, want om half elf kwam er via de ondergrondse bericht: "Alle ODers de polder in, Landwacht in aantocht" , bij de melkfabriek de PRINSES. Ik als de wiedeweerga met het bootje de polder in, de jongens ophalen die op het kerkestik aan het walsnijden waren. Met de middag natuurlijk heel voorzichtig naar huis en toen bleek al, dat het gevaar weer voorbij was, ze waren alleen maar bij de melkfabriek geweest want de heren lusten ook graag kaas.

RADIO ORANJE. G E D E N K H E N D I E V I E L E N. En als het Geuzenlied weerklonken heeft, krijgen we te horen, hoe na een verbeten strijd op leven en dood de Bevrijders van ARNHEM het onderspit hebben moeten delven. Van de paar duizend strijders zijn er slechts een gering aantal aan den geweldige dood ontkomen. En gelijk VONDEL, TRIOMPHE VOLGE HET LIJDEN, VOOR HEN DIE WETTIG STRIJD

Buurvrouw Freker houdt er een nieuwe regel op na. Die onderduikers die komen luisteren en dan nog even blijven praten krijgen een matje, de anderen moeten maar blijven staan. Nu dat hebben we er wel voor over. Enfin, ik zou vanavond ook even blijven. Buur Freker had een beste bui. Na het nieuws kregen we een paar fijne muziekstukjes. Maar dat was nu net weer iets wat onze buur niet mooi vond, wij zouden echter eens proberen hem duidelijk te maken dat dit mooier was dan die Jan doedelmuziek. Maar hoe wij ook preekten het eenigste wat we te horen kregen was: "Wat een zak joh, wat een zak. Geef mij maar geen kamerswieten hoor! "

29 September 1944.

Van alles maken we mee. Ik ben vandaag niet lekker, ik heb niet gegeten, en rilbibber van de kou. Oome Dorus heeft al een paar maal gezegd: "Als ik jou was kroop ik lekker onder de wol" maar het gaat misschien wel over. Na de middag zouden we bonen gaan rollen, doch halverwege heb ik het zaakje maar laten staan en ben naar bed gegaan. '

's Avonds hadden we de poppen echter weer eens aan het dansen. De menigte was juist van plan om naar bed te gaan, toen er met een razende vaart een moffenauto aankwam gereden, die echter hoe meer hij naderde, vaart minderde en tenslotte vlak voor huis stopte. Nee mensen, is dat schrikken. Ik dacht meteen, daar gaan we. Ineens alle lichten uit. Zo beroerd als ik me voelde stond ik toch al meteen naast mijn bed, Jaap zat al reeds in het hol. Oome Dorus stond door een kiertje van het gordijn te kijken waar die duvels bleven. Even een paar angstige momenten, waarin je je eigen hartklop kon horen. Dan bleek dat ze Mijzen ingingen, hetgeen al weer een verademing voor ons was. Na verloop van een kwartiertje kwamen ze terug en gingen er gelukkig maar weer vandoor. Zo langzamerhand krijgen we elke dag weer wat anders, gelukkig loopt het steeds goed af, als het echter maar zo blijft. Zo op papier lijken de feiten zo licht, maar o wee, wat stonden we een angst uit.

30 September 1944.

Ik ben er maar in gebleven, het lijkt echter of het eerder slechter dan beter wordt. Tante Neel verdient een tien voor ziekenverzorging hoor, maar als je zo naar bent, heb je het eigenlijk pas goed in de gaten, dat je niet thuis bent. Gelukkig ben ik tot nog toe niet veel ziek geweest. Enfin, het ontbreekt aan niets, waarom zullen we dan treuren. En dan &.. Jeaantje is er ook nog, die komt zo af en toe maar eens in de binnenkamer een paar maal over het zelfde plaatsje stoffen en dat is ook wel eens interessant om daar naar te kijken, ook al ben je een beetje naar. Maar zo 'n hele dag op bed is ook niets, om een uur of vier ben ik er uitgestapt en heb me zowel lichamelijk als geestelijk een beetje gewassen.

vervolg... oktober 1944