terug naar de index

1 Februari 1945.

De dooi is ingevallen en het gaat nogal vlug. Als het zo door gaat kunnen we Maandag weer aan de slag. Op het land is er al niet veel meer te zien. Het is al van dat echte voorjaarsweer. Ik moet maar tarwe gaan rollen bij Oome Klaas, op zolder.

 

2 Februari 1945.

Er is een aardige storm opgestoken, zo erg dat Oome Klaas zijn hooi zowat uit de vijzel stormde. De Dries is weer op stap gegaan naar Amsterdam en heeft nog een brief voor me meegenomen. Ik het nu al sinds half December niets meer vernomen van Hillegom.

 

3 Februari 1945.

Deze dag is goed afgelopen. Het heeft een haar gescheeld of ik had aan het hooi-schot gezeten. Ik had corvé diensten, was juist aan de schrobberij toen er twee schippers kwamen met staafjes soldeer om te ruilen voor tabak of aardappelen. 1 Staafje 2 x 10 cm. voor 20 kg. aardappelen. Veel bijzonders was het niet dat kon je op het eerste gezicht wel merken. Enfin, die kerels begonnen te redeneren maar Oome Dorus had ook wel in de gaten dat het niets was en wilde ze niet hebben. Ik bekeek het ding eens even maar had het ongeluk het ding precies door midden te breken. Ik schrok er zelf van, maar het was volgens de heren niet erg. Zo konden het niet eens worden en probeerde een big te kopen maar stapten op naar Oome Dirk om daar hun geluk eens te beproeven. Even later staan ze weer in de deur en opspelen en schelden dat het gewoon niet mooi meer was. “Krijg de typhus” en “Ik zal je in je eigen huis …..” meer zulke fijnigheden klonken over het staltje. Ik was juist boven en vloog woedend naar beneden. Toen waren de rapen gaar hoor. “Zeg maar wat het ding kost, dan zal ik het  wel betalen.” Maar dat was de bedoeling niet. “Neen jongen, jij hoeft er niet onder te lijden, jij krijgt je geld en daarmee af” Opeens werd de jongste zo kwaad dat hij op me toekwam en schreeuwde: “Als je je niet kalm houdt zal ik je met mijn dolk aan het schot steken.” Eerlijk gezegd kneep ik ‘m zo’n beetje. Oome Dorus wilde de vent echter kwijt en zei: “haal maar wat aardappelen.” Toen ze dat gekregen hadden vroeg die brutale vlerk nog om tabak ook. Nu werd ik helemaal razend “Je krijgt geen tabak man, want we hebben het niet.” “Wil je je ….. wel eens houden anders zal ik je zo’n klap op je ….. geven dat je door de grond zakt …..” en die smeerlap kreeg nog tabak ook.

Heremensen, wat was medat een opluchting toen dat volk de deur uit was. Jan was ook op de herrie afgekomen en zei: “Had ze de deur uit getrapt.”

4 Februari 1945

We hebben weer visite. Er gaat nu zowat geen dag voorbij of er zijn eters. ‘s Morgens – ‘s middags en ‘s avonds. De verhalen uit Amsterdam zijn droevig om aan te horen en geven ons werkelijk een reden om zeer dankbaar te zijn dat we van alles zelf hebben. Toen ik uit het lof weer thuis kwam, was er bezoek voor me. Ik moest even buiten komen en daar werd me gevraagd of ik geen idee had om bij de ondergrondse te komen. Ze hadden inlichtingen over me ingewonnen dus hing het van mij af. Je hebt het overdag niet zo bar druk, dus kunnen we je ‘s nachts wel eens gebruiken. Je begrijpt wel dat het werk is dat het daglicht niet kan velen, dus ….. mondje dicht. Nu eerlijk gezegd voelde ik er wel wat voor, maar ik kon dat niet buiten Oome Dorus doen omdat ik dar toch in huis was en deze de lakens over mij had uit te delen. Nu dan moest ik het maar eens bepraten en dan zou ik er van de week wel meer over horen. Maar denk erom mondje dicht want er zal niet geaarzeld worden als je wat teveel zegt ….. je begrijpt me zeker wel. Nu dat voelde ik heel goed. Ja dat was eigenlijk wel een riskante onderneming, maar er zijn er verschillende voor mij in de weer geweest, waarom zou ik me niet eens uit sloven voor een ander, er was bij gezegd, dat ik er niets voor kreeg en dat ik inlichtingen kon inwinnen bij de Pastoor. Ik behoefde dus niet over een nacht ijs.

Ik dacht bij mezelf eerst maar eens een gelegenheid afwachten om eens met Oome Dorus te praten, ik was er eigenlijke gezegd wel niet zeker van dat ik toestemming zou krijgen. ‘s Avonds ging ik met Jaap naar Tante Ma om te kaarten. We deden het met zijn vijven want de Dekker en zijn vrouw waren ook bij de werken. Nu Vader Dekker kon goed over weg met de vierde boer en met de polk.

5 Februari 1945.

Ik zal nu van de week eens precies opschrijven hoeveel mensen er komen eten en slapen. Ik heb wasdienst en Tante Neel deelt de lakens over me uit. Nu ik mag zo n cheffin wel. Ik was druk bezig en daar kwamen de eerst ruilers aan. Een slager uit Amsterdam. Ze zijn met zijn drieen en blijven alle drie eten. Even na het eten komt Luytjes de man van de ondergrondse vragen of ik mee kom. Heremensen, daar had ik helemaal niet op gerekend dat het zo kort dag zou zijn, ik had nog niet eens gepraat met Oome Dours en nu kwam hij al vragen of ik mee ging om te oefenen met wapens, want dat had ik zo gauw mogelijk nodig. Enfin, ik zal het dan maar even aan Oome Dorus vragen. Deze was op de dars bezig, Ik er naar toe. Ik legde de situatie uit en wachtte op antwoord. "Neen, je komt om veilig te zitten voor de moffen, weet je Vader er wat van af?" "En als er nu eens wat gebeurd? Ik kan de verantwoording niet op me nemen, Je Vader denkt, Kees is veilig, nu ga jij aan de ondergrondse en er gebeurd wat dan moet ik gaan zeggen dat je dood bent. Neen, als je me gehoorzaamt doe je het niet, Ga je je eigen weg, dat moet je natuurlijk zelf weten, maar dan wil ik niet dat je hier blijft, want ik kan hier niet alles er aan wagen, ik heb er nog voor een heel stel te zorgen."

Nic Luytjes, waagt nog een poging. Ik wil wel, maar als Oome Dourus het niet wil dan ik het niet doen! Eerlijk gezegd gaat het me aan me hart, ik zou graag ook wat belangrijks voor de goede zaak over hebben, maar dat wordt in de kiem gesmoord. Ik geloof echter dat ze het thuis ook niet goed zouden gevonden hebben maar nu ja er gebeurd wel meer, dat eigenlijk, met geen ja kan beantwoord worden.

Van het standpunt van Oome Dorus, begrijp ik het wel. enfin het is niet anders. Ik zal er maar niet meer over denken. Het wordt weer druk in onze winkel, er komen weer eters en slapers, er is weer een Dries ook gekomend die blijft echter alleen eten de slagers van vanmiddag blijven slapen. Maar er gaan veel makke schapen in een hol, dus als er nog twee bij kunnen, moeten die dan ook maar geholpen worden.

In de verre boet heeft een calfje zijn laatste adem uitgeblazen en wij zullen haar morgen nuttigen.

6 Februari 1945.

Voor de middag gaan we aardappelen uit de kuil halen, Oome Dorus vertrouwd het zaakje niet meer, er wordt zoveel gestolen dat ze beter in de berg kunnen.

Op Kerstmis haalden ze bij Jan Stam een kuil van 100 kisten weg daarom SAFETY FIRST. We waren druk bezig toen er ineens een brandend vliegtuig neer stortte. Eigenlijks is het toch iets afschrikwekkends, maar ja de oorlog eist nu eenmaal slachtoffers.

We liepen naar huis en juist kwam er een man aan die zowat omviel van de honger. Het was dat het spatschut bij de groep stond anders had hij omgerold. Hij kreeg van Tante Neel die aan de snert bezig was een bord erwten, omdat het zaakje nog lang niet klaar was, maar toen hij even later het bord op de tafel zette, was het finaal schoongelikt. Zo was er honger in de stad. Voordat wij aan tafel gingen hadden er al weer 3 mensen een bordje erwtensoep te pakken.

Wij gingen met zijn 13 man aan de slag aan de slag en daarna kwamen er nog drie. We zijn nu zowat klaar met houtzagen. Als het donker is zullen we de aardappelen in huis halen anders zien ze dat van de weg, zodoende waren we al tamelijk laat voor het avondeten. We hebben weer 4 slapers en eters er bij. Twee vrouwen waren zo blij met het onderdak, dat ze Tante Neel een pak lucifers gaven.

7 Februari 1945.

Het is al druk op de weg en toch is ht pas acht uur. Er zijn nu mensen die melk halen met een fles, terwijl er dan op de dijk eentje staat met emmertje, daar wordt dan de melk ingegooid en er wordt weer een andere fles gehaald. We hebben vandaaag weer een gast, een neef van Oome Dorus. Nog twee eters en verder gaat het wel. Het is leuk, want als er wat aan de hand is, hebben we een feestmaal en dan eten we lekker, maar de etenhalers delen dan ook mee. Als we aan het voeren zijn komen er al weer 4 eters en slapers opdagen en even later weer twee die alleen maar wat eten willen hebben. Nu het kan wel als jullie maar even helpen aardappelen schillen. En dat hebben ze er natuurlijk graag voor over.

8 Februari 1945.

Houtzagen en nog er eens houtzagen, Dat wordt op den duur ook een vervelend werk, vooral daar het weer nu een beetje beter wordt. Na de middag moet ik met Jaap mest in de boeier gooien en dan naar het land brengen. De slapers komen vandaag al vroeg op dagen, want om drie uur vroeg er al een een nachtverblijf. Onder het voeren kwamen er weer drie opdagen en als we om een uur of negen het illegale blad zitten te lezen, komt Herman van Langendijk om te vragen of we er nog een paar konden herbergen. Maar de boet is vol. We kregen vandaagt een man die een half jaar in het concentratiekamp Vught had gezeten en nu niet meer helder van verstand was. Hij mocht van Tante Neel even bij de kachel komen om zich te verwamen en kreeg wat eten. Toen hij zeker wat doorgewarmd was begon hij te vertellen over die gruwelen van Vught, nu daar wordt je gewoonweg dol van als je die verhalen hoort. Ze hebben er ijskoud een stel onderduikers opgehangen. Enfin die man zat nog meer te vertellen maar de verhalen uit de concentratie kampen ontlopen elkaar niet veel dus staat er wel genoeg van. De arme ziel kreeg van Oome Dours nog een tientje omdat hij geen geld meer had, dat zou hij dan later wel als hij weer werkte terugbetalen. Dat was natuurlijk wel niet nodig, maar dat moest Oome Dorus goedvinden.

9 Februari 1945.

Het is nog geen acht uur en je kan je in de gang zowat niet roeren, van de mensen die er zijn om eten te halen en om melk. Er wordt nu zowat elke morgen 20 liter melk uitgeschept de ene dag iets meer de andere dag minder en nog moeten we er teleurstellen. De grootste helft van de koeien staat droog. We gaan maar weer houten. Vijf uur. Je kan het wel weer merken, want er komen steeds meer mensen op ons aan Slapers en eters. Eerst 2 Haarlemse jongens, even later een man alleen en daarna kwamen er twee gasten die al eens eerder geweest waren. Er moest dus weer wat gekookt worden. Tante Neel had een pan met bonen op gezet en er een stuk spek ingedaan, dit had een hele nacht op de kachel staan sudderen dus ze konden aan de gang. Jaap heeft vanavond pompdienst. Als hij stevig staat te karnen wordt er ineens aan de deur getikt en kwamen er vier mensen om onderdak voor de nacht, ze waren door een ander gestuurd naar Dours van der Lee. We waren al helemaal vol en Oome Dorus zei dan ook van Neen, maar Hij zwichtte. Ze moesten dan maar op de gang slapen. Midden in de nacht is ineens het licht aan gegaan en een uur later nog eens, wat ze daar op die gang uitkuren weet ik niet, ze kunnen het zeker niet met elkaar eens worden.

10 Februari 1945.

Dat slapen op die gang is niets. Het gaat nog wel als er twee zijn die dan in de lengte van de gang gaan liggen, het stel dat we vannacht hadden was echter in de breedte gaan liggen zodat ze met het hoofd tegen het hooischot en met hun voeten bijna in de groep lagen. Midden in de nacht trappen ze zeker alle tegelijk tegen het spatschut voor de groep, want dit is omgevallen en &.. precies moest er een van de koeien wat lossen hetgeen in plaats van in de groep op de crème winterjas van een onzer slapers neerstortte. Enfin hij kon er niets aan doen en zij kon er niets aan doen. Maar de nacht was nog niet om dus sliepen ze maar weer verder. Even later moest een der slapers n kleine boodschap. Hij was zeker nog slaapdronken, want hij stapte door de groep zo tussen de koeien, die daar natuurlijk in het geheel niet op gesteld waren en de goede man een opdoffer gaf dat hij &.. alleluja kon zingen, om het zo maar eens te noemen. Nee, dat slapen op de gang is niets. Vanmorgen vroeg op de gang kon je natuurlijk weer niet heen of weer. Alles had honger en moest natuurlijk wat eten. Ze kregen eerst allemaal een halve liter melk om op te drinken en daarna een bord grote bonen en wat pap, ze konden er dus wel weer tegen. Er zijn er nu alweer die vragen of ze hun fles neer mogen zetten, zodoende stonden er vanochtend zeker wel een 25 stuks. We hebben nu zo n 42 eters gehad en 26 slapers in een week. Dat is dus gemiddeld 7 en 4. Nu dan kan het wel weer. Als alle boeren zo deden en niet onder het eten de deur op slot deden of zeggen dat ze alles aan de fabriek geven terwijl ze het toch niet doen, dan zou er lang zo veel armoede niet worden geleden. Maar dat is ieder zijn eigen zaak. De week zit er al weer op, hoeveel keer nog?

11 Februari 1945.

Naar de vroegmis. Uit de kerk, liep ik weer met een underground-man mee en het eind van het liedje is dat ik gezwicht ben. Ik ben (ondanks het verbod) van Oome Dorus aan de ondergrondse gegaan. Ze hebben voor mij gewerkt dus wil ik ook wel voor een ander werken. (Maar zuiver op de graad is het eigenlijk wel niet.) Ik moet zorgen dat ik om twee uur in de Schermer ben om op de hoogte gebracht te worden met de stenqum . Na het eten ik er op aan. We zijn juist aan de vasten begonnen en het is vanmiddag lijdensmeditatie. Als Oome Dorus nu maar niet vraagt waar ik gezeten heb, want anders moet ik er om liegen en dat is wel zo iets hopeloos. Hij ziet me natuurlijk niet in de kerk. Ik kreeg Piet Oostermeyer zijn fiets en ze dachten natuurlijk allemaal dat ik op Obdam aan was. Een paar uur waren we aan de studie. Frans en Klaas, Bertus, Nic. die de lakens uitdeelde, Dirk en nog een waar ik de naam van ben vergeten. Als we een voor een de tent verlaten ga ik eens proberen om wat tarwe te kopen. Ik naar Nic van den Bijl. Maar &.. &.. &.. er was niets. Ik kon nog wel eens terug komen om te proberen of er soms nog tien pond te halen was. &.. Ik ben maar gauw naar huis gereden, want dat is geen sport hoor a.u. b. spelen.

12 Februari 1945.

We hebben al weer de nodige gasten. Het wordt iedere week erger, het lijkt wel of half Nederland uitgehongerd is. Maar het is beter te geven dan te nemen. Tegen de avond komt de broer van Tante Neel met een fam. lid ook te gast.

14 Februari 1945.

We worden op rantsoen gesteld vanwege de vasten. We krijgen vandaag maar 1 boterham. Oome Dorus en ik waren de slachtoffers want wij waren boven de 21 jaar. Maar er zit nu eenmaal niets anders op. We hebben vandaag de laatste hand gelegd aan het hout. Nu dat werd hoog tijd, want het hing me danig de keel uit, je kreeg het zo wat benauwd als je weer een boom zag. Jan heeft een boven beste bui, want zijn schoen die een half jaar was ondergedoken is weer terecht gekomen.

Tegen de avond hadden we nog een spannend debat. Cornelia was gekomen om te vertellen dat hij het niet gedaan had en hij vond het belazerd dat Dorus hem er nou voor aankeek. Enfin het zaakje is alweer achter de rug.

We hebben in tussen alweer 11 slapers en eters gekregen. We hebben er weer eentjej bij die een eerenaam verdient namelijk die van de "Praatjes maker." Nu die man draagt de werkelijk goed naam. Er was iemand die wat borden wilde ruilen voor eten. Nu dat was inmiddels nodig geworden, want met al die eters was er zo nu en dan een het slachtoffer geworden. De praatjes maker stond eerst even met zijn eigen clubje te delibreren en ging toen naar de bordenman toe. "Meneer geef jij die boer nou eens goedkoop die borden, hij helpt ons voor niks, doe jij nou eens wat voor hem. En dan hebben we nog een potje daar doen we ieder een gulden in dat is voor die kleine jongens."

Gelukkig stoorde de bordenman zich niet aan die praatjesmaker, en toen het puntje bij het paaltje kwam deden ze allemaal wat in het centenbakje alleen de praatjesmaker verzuimde. En als er 's avonds een Haverkamp komt en vraagt of hij soms zijn potje gelijk met hem mag koken weigert de praatjesmaker. Maar wel stopte de praatjes maker zo nu en dan een paar aardappelen uit de bak van Oome Dorus in zijn eigen bakje. Zo liepen er veel goede maaar er liepen er ook die nu niets voor een ander over hadden en maar liepen te schelden op die boeren.

15 Februari 1945.

Jaap en Thijs maken vandaag het ploegen af en Pe en Theo gaan met mij mee molshopen slechten. Het is prachtig voorjaarsweer. We lopen zonder jas in het land en je bent voor je plezier buiten. Pe heeft er niet veel zin in want die kreeg opeens pijn in zijn buik maar toen ik 's avonds thuis kwam was het schijnbaar al weer over.

We hebben weer een slecht bericht gekregen. Oome Dorus moet Maandag weer een koe leveren. En zo gaat het maar steeds door. Ik weet niet hoeveel er weer uit Ursem geleverd moeten worden.

16 Februari 1945.

Endelijk is er weer eens bericht uit Hillegom. Toevallig kwam er die jongen van de Groot weer eens aanwaaien en deze was even bij ons thuis aangegaan. Ze weten nu wat in Hillegom razzia. Mijn broer Joop en Gerrit waren ook het slachtoffer, maar konden gelukkig weer ontkomen. Er zal nu wel wat anders gezegd worden. Maar enfin, ik heb het zover gelukkig nog niet gebracht.

17 Februari 945.

De bouw is ruim, we kunnen nu weer volop gaan zaaien. We moesten twee boeiers koolstronken gaan halen. Als ze thuis op de wal liggen zit het werk er weer op en de week ook. Veel bijzonders van de fronten te horen geweest of het moest zijn het Russen offensief dat steeds dichter bij Berlijn komt. De Broer van Tante Neel is vandaag weggegaan doch was alweer gauw terug. Lekke band.

18 Februari 1945. Naar de vroegmis.

Daarna correspondentie afwerken en dan even naar Tante Ma om af te spreken dat we vanavond gaan kaarten. Tante Ma had geen goede bui. Piet kwam uit de kerk en was even naar Oudejans gegaan en liep al vroeg te zingen. "Dat gaf geen pas" en Piet kreeg een schrobbering. Vandaag vertrekt Jan naar de Berkmeer om bij zijn oom te gaan werken, hij was tenminste al druk in de weer. Tegen half drie ging ik naar de kerk voor de lijdensmeditatie. Halverwege kon ik mijn eigen ogen niet geloven. Piet Oostermeyer, Toon Jonker en Nic. Pronk, kwamen krom van het lachten aan gepeddeld op de fiets. Wat zal er nu toch aan het handje zijn. "Kees kijk eens even bij Gert de Graaf, dan zal je eens wat zien". Ik kijken .... maar zag niets en zij maar lachten. Enfin ik dacht dat ze me beduvelde en liep door. Even verder liep Oome Dirk, waar ik met mee ging. Ineens keken alle mensen om. En ..... daar komt me daar een onderduiker aan in een damespantalon. Alle kerkgangers razend natuurlijk. Dat heer had gewed met f 40,-- dat hij om half drie als alle mensen ter kerke gingen in bovengenoemd kledingstuk zou lopen en zich daar weer aankleden. Degene met wie de weddenschap was aangegaan zouden opletten of alles precies ging zoals was afgesproken.

Bij het postkantoor gekomen bemerkte hij dat het zowat half drie was en hij nam de ren aan waardoor hij nog meer de aandacht trok. Verschillende mensen probeerde hem weer naar huis te krijgen maar de ..... f 40,-- hadden schijnbaar meer belang dan een schijntje fatsoen. Bij de kerk gekomen, was de weddenschap schijnbaar gewonnen, want in het tuintje van Kolenbrander 'de tuut' stond hij zich weer aan te kleden. De verontwaardeging van onze burgers was groot. Zoiets was nu nog nooit beleefd en dat doen nu die ....... onderduikers. Kregen wij even een goede naam?

Maar een trouw Ursemmer mijn Oome Dorus liet het er niet bij zitten. In zijn verontwaardiging stoof hij op het heerschap aan en vroeg "Wat dat nu toch wel te beduiden had, dat dat toch nergens op leek" ....en het enigste verweer was dan ... "het gaat om f 40,--. " Maar je kan er op rekenen dat er een brief naar je Vader gaat en daarmee werd dit sensationele feit in onze kleine gemeente besloten.

Even later zaten we weer rustig .... Miserere mei Deus, miserere mei ... Uit de kerk, waren de diverse namen op ieders liepen en de een kreeg een nog grotere veeg uit de pan als de andere.

's Avonds ben ik nog even naar Piet Oost geweest. Deze vroeg direct hoe of ik het gevonden had. Ik geloof, dat als ik eerlijk mijn meening zeg, dat die gast zijn fatsoen over de straat smeet. En dat hij precies liet zien dat hij voor f 40,-- GELD de krankzinnigste dingen zou uithalen. Misschien is het een ouderwetse mening, maar ... het is er een.

Jan is inmiddels vertrokken en ik heb zijn taak, 'chef kok' voor het avond eten overgenomen. Hedenavond gaan we proefdraaien. Ik moest koken ... stampot van aardappelen met appeltjes en tarwe pap. En gegeten dat we hebben. Nee geweldig.

Op zijn tijd gebeurde het wel dat ik eens moest keuren en dat gebeurde het wel dat als het eenmaal tyd van eten was ik eigenlijk geen honger meer had. Onder het eten kwam de schuldige van vanmiddag bij Oome Dorus zijn excuses aanbieden. Wij hebben er verder natuurlijk niets van gehoord en zijn naar Tante Ma gegaan om nog even te kaarten en ... te nakaarten.

19 Februari 1945. Wasdienst.

Ik heb vandaag weer een makkelijke dag. Maar het zal wel weer mooi zijn als het electrisch er weer is, dat gaat even beter. Bij Oome Dirk staat er een koe te kalven en om een uur of twaalf is de eerste kui op stal. Het laatste nieuws luidt: Piet Oostermeyer de onderduiker van Dirk Nanne zet vandaag een punt achter zijn onderduikersloopbaan en gaat vanmiddag weer naar Heiloo. Piet kan het niet meer uithouden zeker. Nu ja dan zal hij een andere weg moeten zoeken. Zo gaat het nu eenmaal.

Wat zal ik daar nu van zeggen, Piet was geen onaardige knul je moest hem een beetje de ruimte geven en je laat hem op zijn tijd maar eens praten, als hij de grens te ver overloopt merk je het wel, maar dat hij nu weg gaat, ... enfin dat moeten ze ook zelf weten je staat er toch buiten. Maar Piet deed soms zo typisch. Met Jan kon hij het in het geheel niet vinden, maar als hem dat iets niet aanstond zei hij niets. Ja ieder heeft zijn eigen manieren. Ik heb ook wel dagen dat ik zou willen ik weet niet waar te zitten en ik heb ook wel eens wat moeten horen wat jullie????? Maar op zijn tijd was ik doof en dat hoort erbij anders kom je nergens OZO.

Na de middag beginnnen we weeer eens van voren af aan met de geschiedenis het wordt op den duur vervelend hoor. Buurvrouw Pauw komt er nog eens over praten en dan die en dan die. Dan is dat weer een leuker verhaal, Siemen Veldboer is gekomen en vertelde dat hij had vandaag een gast die studeerde voor geestelijke. Enfin hij krijgt een "Koppie" en er wordt gepraat. Hij komt om voedsel voor het een of andere gesticht. "Wil U niet even mee eten Mijnheer?" Nu wat graag natuurlijk. Maar nu beginnen ze argwaan te krijgen. Ik wilde dat ik detective was en dan zoo iets maar eens gaan na snorren. En als Oome Dirk even later komt, hangt die ook nog voor 15 pond tarwe. Ja Oome Dirk dat moet je maar beter uit kijken.

Puntje Bol de onderduiker van Siemen wil naar huis. Nu dat is niet de enigste hoor er zijn er meer. Ik heb ook zo 'n tijd gehad dat ik met alle geweld naar huis wilde, doch dat is nu wel weer over. Hij wil nu als een meisje verkleed naar huis trekken. Maar dat wordt natuurlijk van alle kanten afgeraden. Ja we hebben allemaal een naam hoor.

Mag ik me even voorstellen de 'Burgemeester van de Walingsdijk' niet dat ik er nu zo burgemeesterachtig uitzie, want ik loop ook op klompen. Maar ik ben nog niet de hoogste macht. Mag ik U voorstellen Klaas van Z. de 'Koning van MIJZEN' Kent U Korrel er zijn er nog wel meer doch kan er nu zo gauw niet opkomen.

20 Februari 1945

We hebben voor vandaag weer een nieuw karwei uitgevonden. We gaan sloten of wel een slootje uitbaggeren. Nu dat is me ook een sport hoor. Maar we zullen maar niet mopperen, want we moeten eerstdaags aan de biestpannekoeken. We moesten eerst twee dammen maken en daarna het water uit dat gedeelte hozen. Het zwaarste werk komt, want nu moet de modder er uit. Maar we eten spek en we krijgen op zijn tijd van Tante Neel een eitje dus we houden het heus wel uit.

21 Februari 1945.

We hebben voorlopig wel weer werk aan het sloten. Vanmiddag is er een gast gekomen en een Dries uit Amsterdam. Als ik weer aan mijn kookwerk begin zijn er al weer een stuk of zeven. We koken nu zoveel dat ze gewoon met ons mee kunnen eten. Zij eten dan achter op het staltje en wij in de kamer Of zoals Oome Dorus zegt in de keuken. Dries uit Amsterdam vond het zeker een beetje ongezellig achter, en kwam bij ons kaarten. We beschouwen de Dries al als een vriend. Zo nu en dan komt hij maar eens opperdan.

22 Februari 1945.

Jaap en ik moeten mest karren. en na de middag ben ik baas en komt Pé me helpen. En wij mesthopen maken nee het is gewoon een lieve lust om te zien het lijkt soms wel of we ze eerst op de weegschaal gelegd hebben. Er zijn er natuurlijk ook wel enige... die een klap van de molen gehad hebben, maar U moet goed begrijpen dat ik maar een leek ben. Misschien zou ik toch ook wel eens boer kunnen worden.

We waren vanmiddag aan de biestpannekoeken. Daar er op de bonnen geen suiker meer verstrekt wordt eten we ze zo. Maar het is gewoon een heerlijkheid. Het is nog niet zo 'n kwaad idée Holder de bolder we hebben een koe op zolder

23 Februari 1954.

Pé en ik hebben het mest karren aangenomen. Ik zou zeggen ... dan kan ik het toch wel he. Maar vandaag moet ik thuis helpen de kamer op knappen want we hebben eerstdaags feest Tante Neel is over een paar dagen jarig. Wij MANNEN zijn echter niet voor zulke karweitjes in de wieg gelegd hoor vrouwen. Daar moest ik me de hele morgen met dweiltjes in mijn handen staan en natuurlijk eerst een half uur les.

Denk er om Kees: Eerst warm sop, daarna warm water en dan koud na. Goed Tante Neel: Eerst dus het koude water dan de sop en daarna ... ja maar dat is me toch ook een klus. En ik durf het niet fout te doen want Jeanne staat ook maar te kijken. Maar een baan heb ik lekker half gedaan, want ik was het zaakje zo beu, even later kon het niet meer en toen ik klaar was zei ik tegen Oome Dorus: "Nu moet U eens even naar die baan kijken!!" Ja je kan het hoor ... Ziet U wel Tante Neel, had ik dat geweten, dat had ik ze allemaal vergeten.

Ik had aan Piet Oostermeyer zijn Vader gevraagd of er nog cyclames waren, maar het is al precies als met het eten.

25 Februari 1945. Nieuwe oogst.

Het eerste lam geboren. Maar of het t eind zal halen dat is een vraag. Iedere dag moesten de schapen in de boet en juist nu was het vergeten. Nic. Aay kwam zeggen dat de jonggeborene in het land lag. Samen met Oome Dorus hebben we het lammetje gehaald. Met de middag was het echter al dood. Het weer is nog steeds koud en we hebben de dag verder in gepaste vermakelijkheden door gebracht.

28 F E B R U A R I 1945.

We hebben feest vandaag, want Tante Neel verjaart. Nu het feest mocht er zijn. We zouden met de middag vrijaf krijgen. Al gauw kwamen de gasten opdagen. Oome Thijs, Mina Ruiter, Jan, Oome Piet Borst, kortom de zaal was al gauw vol. Wat hebben we gegeten jaap, weet je het nog. Die rijst die smaakte, nog meer dan die carbonade. Ik was onder de middag nog even op pad geweest om te trachten een voordracht op de kop te tikken, maar dat lukte niet erg. Bij de Blancken hadden ze er heel wat, doch niet een die geschikt, was om op deze avond voor te dragen.Tegen de avond kwamen de Pastoor en de kapelaan op de borrel af en zelfs de Vader en Moeder van Tante Ma waren van de party.

vervolg... maart 1945