terug naar de index

1 Maart 1945.

Ik heb vandaag een gemakkelijke taak, want ik moet bonen uitzoeken. Nu dat is bij tante Neel nog wel uit te houden. Met de middag krijgt Tante Neel gasten. De broer van Tante Neel met Vrouw en kind zijn van uit Utrecht met de fiets hierheen gekomen. Onze nieuwe gast heet Tante Truus en zal het eind van dan oorlog bij ons afwachten. Zo gaat het. De voedsel nood brengt hele gezinnen en families uit en bij elkaar. Enfin wie naar Tante Neel en Oome Dorus gaat kan met recht zeggen: HET IS ONS GOED HIER TE ZIJN en WE MOESTEN HIER NOG MAAR WAT BLIJVEN. We horen weer hele verhalen, hoe het er van langs gaat in de grote steden. Daar is het honger, koude en duisternis. Hoe lang zal dit nog moeten duren, voor de bevrijding daar is. Van thuis hoor ik niets, zou er wat gebeurd zijn??? Van mijn vriend Frans hoor ik niets? Zou die soms op gepikt zijn? Allemaal vragen die op een anwoord wachten. Ondanks alle narigheid vliegt de tijd echter verder.

2 Maart 1945.

Oome Arie is weer naar Utrecht vertrokken, het werk gaat weer gewoon zijn gang. Thijs en ik gaan de bouw van Pauw gieren. Het is bar koud en er staat een venijnige wind. Als we om twaalf uur thuis komen is er weer nieuw leven in de brouwery gekomen. We hebben we weer een kalf (kui) bij gekregen, ja, zoiets gaat ook door Oorlog of geen oorlog en als we na de middag weer volop in de weer zijn, zie ik dat er weer een lammetje in het land ligt. Wij er op af en na onderzoek bleek dat er nog een op komst was ook. Zo waren we weer een tweeling rijker. Wat is de natuur toch mooi.

3 Maart 1945.

De laatste dag der week. Er is een spreekwoord lest best. Nu dat komt dikwijls uit hoor. Als ik 's middags de gang schrob, krijgen wij er drie gasten bij. Waar die nu vannacht allemaal moeten slapen is mij een raadsel. Enfin, komt tijd komt raad. We zijn op het ogenblik met achttien mensen. Jaap en thijs gaan op de gang slapen hetgeen aan Oome Dorus ontlokt: Dus jij blijft nog te bed Kees ?? Ik heb me meteen aangeboden, maar dat was niet nodig vond Tante Neel Dat zijn weer van die dingen, waar je nooit op rekent, en die toch niet prettig zijn.

4 Maart 1946 Het is al weer zondag.

Onze gasten maken het niet erg best. Oome Harry ligt te bed, van al de narigheid. Oome Arie heeft het ook al een beetje te kwaad en ik vermoed wel dat de zenuwen zo nu en dan, vooral als ze weer eens goed te eten krijgen en eens behoorlijk slapen zich kunnen ontspannen. We gaan naar de meditatie van Pater Rogmans. Daarna zijn we naar Tante Ma gegaan om te kaarten. Zo brengen we de zondag weer door.

5 Maart 1954.

Ik heb vandaag weer was dienst, eerst het melk-karngoed en de centrifuus boenen en dan maar weer draaien. Het wordt anders hoog tijd dat er weer electrisch komt want dat gaat even gemakkelijker. Voor de namiddag krijgen we een mooi karweitje toegewezen. We zullen ons even verplaatsen naar de vere boet alwaar aan een koord gebonden staat een kalf van het mannelijk geslacht in zijn vijf en twintigste levens dag en zich er niet van bewust is dat zijn vonnis al reeds geveld is. Even over twee komt Jaap met de hamer aansjouwen en even later weet het brave dier nergens meer van. Dat is me anders ook een sport hoor, om zo 'n beest naar de andere wereld te helpen. Ja kan beter een vloo dood maken. Het voornaamst is echter dat de kalfsoesters bar lekker zijn.

7 Maart 1945

Programma voor vandaag: Mest slechten. Dat is nog niet zo 'n slecht werk alleen is het weer niet erg mooi. We zijn echter nog geen uurtje aan de gang, of Oome Dorus staat op de klugt bij de boet van Pauw te zwaaien naar ons. Wij er op af, er zal wel weer wat aan de hand zijn. En het is wel weer zo, er is razzia op Avenhorn, voor alle securigheid moeten we maar op zolder gaan tuigen poetsen. Na de middag begint het wat te spannen, want het blijkt dat ze ook op Ursem zijn. Op een gegeven moment een schreeuw van beneden, naar het hol jongens en even later stopt er een moffen wagen vlak voor ons huis. Op Zolder leek het ook wel een razzia. Ik ben geen liefhebber van het hol, maar als het puntje bij het paaltje komt, dan er toch maar in. Jaap was in een wip binnen, ik er achter aan en Thijs sloot het span. En ons hartje ging van rikketikketik, wat zal er nu gebeuren????? ..... het noodlot is gelukkig niet voor ons weggelegd, want even later horen we onze beschermers weer wegtrekken en het gevaar is wel weer voorbij. Op de buurt hadden ze echter een paar fietsen en wat tarwe meegepikt, Vrij Nederland geeft goede berichten. Onder het verorberen, van een heerlijk HASJEETJE of zoiets heet wordt het nieuwsbulletin voorgelezen Keulen is gevallen en het Westfront staat op het punt ineen te storten Nu de moed er maar weer in gehouden, het kon wel eens gebeuren, dat we met een paar weken in Hillegom zaten.

8 Maart 1945

Voor een dagje nog naar de verre bouw om te slechten, eerst met zijn drieen en later met zijn tween. Thijs had kuren. Ja Thijs, dat ben je natuurlijk alweer glad vergeten, maar je ziet toch zeker wel waar een dagboek al niet goed voor kan zijn. Jij wilde niet roeien en stapte toen bij het achterstuk uit en zonder om te kijken ben je toen gaan spitten op de bouw weet je dat wel? Wat hebben we toen hard moeten werken.

9 Maart 1945 Aanvang van het 40 urengebed.

Thuis op de bouw gaan spitten en dan om de beurt naar de kerk, om maar een beetje te bidden voor de goede afloop. Tegen de avond kwam Schuddeboom, die heeft tussen neus en lippen door even onze kookkunst bewonderd en de boet heeft hij bewonderd. En waarom zullen we verder nog treuren, we gaan vooruit en hard. Vandaag stond er in Vrij Nederland dat de Engelsen en Amerikanen de Rijn waren overgestoken. Het leven begint weer mooi te worden in het vooruitzicht van de heerlijke VREDE. Je kan je gewoon iniet in denken, hoe alles zal zijn als we weer vrij rond lopen.

11 Maart 1945. Het is Zondag

11 Maart 1945. Elf jaar geleden precies op deze dag ... enfin daar maar niet over denken. Onder de Hoogmis heb ik mijn dagboek weer bijgewerkt want het was een beetje in de benen geschoten. Die jongen van de Groot uit Den Haag is ook weer gearriveerd ... maar nu is hij niet bij ons aan huis geweest, dat is ook jammer. Het is iets waar je bijna op rekent.

14 Maart 1945. Theo is jarig.

De dag is goed begonnen, want we werden heden verblijd met de geboorte van een drieling in de schapenwereld dan natuurlijk. Oome Dorus heeft het flink te pakken en Tante Neel schijnt ook danig verkouden te zijn. Het weer is de laatste dagen ook weer van de pen, hoewel het vandaag nogal gaat. We hebben een prettig werkje op de verre bouw. In de winter hebben we een slootje uitgeprut en de klei die er uit kwam zijn we nu aan het opzetten. Het is inmiddels half vijf geworden en door het mooie weer hebben we een goede bui, niet wetend dat er over enige ogenblikken wat te gebeuren staat ....

ineens wordt er geschoten een reeks van kogels fluiten over me heen ... mijn God wat gaat er nu gebeuren ... gelukkig lig ik achter een hoop klei zodat ze mij niet zo gauw zullen raken ... ik heb me plat voorover laten vallen en lig zo in de natte klei die ik zojuist heb weggestoken ... het schieten houdt aan ... ik kijk over de klei heen en zie daar ineens op het land van Kees Pauw twee jongens Cor Groen, die in October ook al door de Landwacht werd gepakt, en een van de jongens van Pauw hard in onze richting komen lopen. Op de dijk staan de moffen te schieten en een stelletje lopen in het land van Pauw achter de jongens aan, het geweer gereed ... Jaap die even van mij af bezig was kreeg het bar benauwd, liet zich in de sloot glijden en wilde naar mij toe komen ... blijf alsjeblieft liggen joh ...

hij kwam uit het slootje en direct kregen de moffen hem zeker in de gaten, want deze begonnen als gekken te schieten &.. Jaap liet zich meteen vallen en zoals ik er bij lag dacht ik meteen dat hij geraakt was &.. hetgeen gelukkig niet waar was ... de jongens waren inmiddels bij de sloot gekomen ... nu begon het er voor ons bar benauwd uit te zien want ze zouden natuurlijk naar ons toekomen ... het noodlot wilde echter, dat bij het in de sloot springen Cor Groen precies in zijn linker schouderblad geraakt werd en achterover in de sloot viel.. Frans van der Lee deed zijn plicht, haalde hem er uit ... en even later liepen er twee onderduikers met de handen in de hoogte naar de gehate moffen toe. De strijd was gestreden ...

een klein half uur later werd Cor Groen naar het ziekenhuis gebracht en de moffen gingen met Frans van der Lee de richting Hoorn op. Het was even een verlichting toen we ze zagen wegtrekken. Het was een spannend uurtje en al is het gek, we mogen van geluk spreken, dat de jongens niet verder zijn gekomen, want de gevolgen zouden niet te overzien zijn geweest. We hadden allemaal aan de haal gemoeten en even verder van onze bouw stond het boetje van Jan Dol dat lag vol met wapens en Piet Mulder Of Ruiter zaten daar juist wapens schoon te maken.

Een tijdje nadat de moffen waren weggetrokken kwam Oome Dorus de polder ingeroeid. Doodsbenauwd geweest omdat er op de dijk gezegd werd, dat de drie jongens van van der Lee waren opgepikt. Naar we nu hoorden, was Klaas van der Lee de dans ontsprongen, doordat hij in de kast bij Pauw in huis zat. Pauw had nog geprobeerd om de jongens vrij te kopen, maar dat lukte niet. De moffen hadden het wel goed gevonden maar de Landwacht niet. Het is dus taak, dat als het Vrede is, dat er geen landwacht meer in leven blijft, die hebben ons al genoeg narigheid bezorgd. Bij Oome Dours was dat tuig ook nog geweest, deze had ze echter af weten te schelpen met een pond kaas ... Zonde van die heerlijke kaas.

Onder alle emoties kwamen de Driessen nog uit Amsterdam aan, die kwamen dus met recht vanuit de ene heksenketel in de andere.

16 Maart 1945.

Erwten zaaien, klei op de hoop zetten en molshopen slechten Er is weer werk aan de winkel. De driessen weer vertrokken. 'S morgens was het bar fris en na de middag begonnen we al te merken dat het voorjaar in aantocht was. Veel werk is er nog niet te doen. We zijn de hele middag zoet geweest met een boeier of twee kuilgras te halen.

17 Maart 1945.

Elke dag wat anders dan houd je de moed er in. We hebben de Zaterdagse dienst zowat weer gehad. Ik zou juist naar de boet van Pauw gaan als de onderduikers van Klaas Zoon aankomen om melk te halen. Het toeval wilde , dat Jaap ze ontving, ze waren nu helemaal aan het goede adres. Jaap begon meteen te bomen over de houtaffaire van van de winter het eind van het liedje was, dat toen meneer naar buiten kwam, tegen zijn maat zei,: Daar zeggen ze me hier, dat ik van de winter dat hout heb gestolen Toevallig hoorde ik dat en zie er meteen over heen ... "Dat hep 't er niet van" Toen waren de rapen schijnbaar helemaal gaar want hij kwam op me af en zei "Pas op je woorden mannetje, je weet niet wie je voor je hebt" Nu dat kon ik ook zeggen, en zei meteen: "Dat weet jij ook niet". Hij droop af met: "Pas dan maar dubbel op. Bij de Weermacht zal ik je niet aanbrengen ... maar ... Later bleek, dat meneer in de ploeg van de ondergrondse van Kolenbrander zat (Nikkelploeg) Cor Smit was vandaag ook weer opperdan. Dat is de onderduiker, die een half jaar lang bij Oome Dorus geweest is voordat ik er was.

18 Maart 1945. Wat ben je begonnen.

Toen ik vanmorgen uit de kerk kwam, kreeg ik het bevel, hedenmiddag drie uur bij Siemen Veldboer op Zolder. Even over drie was het elftal compleet en daar kwamen de wapenen voor de dag Eerst les in de STENGUN, uit elkaar halen en in elkaar zetten, daarna blindelings. Ieder kreeg zijn beurt. Ondanks het feit, dat ik in het geheel geen militair ben, kon het geval in drie minuten in en uit elkaar halen. Ik begon me een hele soldaat te voelen. Daarna kregen we de mitrailleur en tot slot een stelletje handgranaten, wij naar buiten en daar geprobeerd wie het apparaat in de vereiste houding het verst kon werpen. Ik zal maar niet vertellen hoe ver ik kwam. Toen de oefeningen beeindigd waren ben ik mijn fototoestel gaan halen en heb een foto genomen in het land bij Siemen Veldboer.

Jammer is dat de foto door de vocht niet erg duidelijk is geworden. Ik heb de foto alleen geplaatst omdat deze nog in de spannende tijd is genomen met wapens van een dropping.

V.l.n.r. zijn te onderscheiden Kees Kobbes Nic. Luytjes, Harm de Vries en Klaas van Zutphen. Toen ik terug kwam vroeg Tante Ma direct, waar heb je foto's genomen? Ik heb er toen maar om gejokt Tante Ma en zei wat schaapjes bij Siemen Veldboer. Nevenstaand beeld is die dag echter vastgelegd. U vergeeft me dat leugentje wel?

Jan is thuis gearriveerd om nog wat aan zijn liefhebbery te doen. Het lijkt wel of het langs de weg niet meer zo gevaarlijk is als een paar weken terug, je hoort tenminste niet zo veel meer. Volgens Vrij Nederland rukken de legers in Duitsland langzaam maar zeker op. We houden er dus de moed maar in.

19 Maart 1945. Maandagse dienst is wassen en nog eens wassen.

Enfin je moet er wat voor over hebben. Na de middag moet ik maar wat hout voor de kachel hakken. Ik heb een vrachtje klaar en wil van de doars een mand halen om het in te doen. Ik kom via de achterdeur op de gang en tegelijkertijd komen in de voordeur 2 moffen met de sten in hun handen ... nu eerlijk gezegd schrok ik me een puist ... met de zelfde gang of nog iets harder draaide ik me om en zo hard als ik kon vloog ik naar Tante Ma toe. Die keek eerst eens even en zei al tegen Oome Klaas dat het hol open moest en de ham er ook maar meteen in ... Na een poosje zagen we de moffen echter verdwijnen, ik behoefde er dus niet in. Enfin het was alweer goed afgelopen. Maar toen Tante Ma zei; "Je bent zeker wel geschrokken, je zien er tenminste bleek van," kon ik dat toch niet ontkennen. Het bleek echter, dat de heren om eieren en niet om onderduikers kwamen.

20 Maart 1945

Het eerste gerucht dat we horen mompelen is al weer bar slecht want het blijkt dat de onderduikers van Henk Langendijk zijn gegrepen. Toon en Jan Jonker, Herm.Dornseiffen uit Haarlem en Joop Langendijk uit Amsterdam, de broer van Kapl.Benistant uit Amsterdam waren op de Jaagweg gaan bomen zagen ... en dat kon niet anders als liep spaak Landwacht kwam en namen ze mee.

Zoiets had natuurlijk niet voor mogen komen. Daar waren maar liefst zes onderduikers in de weer. In de namiddag kwam de Moeder van Toon Jonker om spek, boter en eieren en vlees om te proberen of ze jongens zo vrij kon krijgen. Dit lukte niet.

21 Maart 1945

Met zijn drieen zijn we er op uitgetrokken om bonenstro te halen. Aan de overkant waren de jongens van de Boer aan het keppelen en maar preken jongens. De een wist een nog mooier verhaal als de ander Toen we aan het lossen waren, kwamen Tante Ma en Oome Klaas eens even kijken. Tante Ma was schijnbaar niet in een goede stemming, hetgeen wel te begrijpen was, want er moest weer een koe geleverd worden. Ook Oome Dorus en Oome Klaas zei; "Laten ze de boel maar stik dunderen en was het maar ... " maar daar was Tante Ma het niet mee eens "Nee Klaas zo moet je niet praten" en zo ging het in heel wat boerderijen als er weer een bericht tot leveren van een koe was binnen gekomen. Wat werd altijd gezegd? Er is geen vlees, omdat de boeren niet leveren. Wat mijn mening daaromtrent is had dat ook beter niet zo scherp gezegd kunnen worden. Enfin gedane zaken nemen geen keer. We gaan maar weer door met ons werk. We maken er zo tussen door een gekheidje en daar staan ineens twee mannen voor onze neus ... wat zal dat nu weer te betekenen hebben De een zegt tegen Thijs "waar is de baas?" "Dat ben ik" zegt Thijs nu dat geloofde de goede man natuurlijk niet. Juist kwam Tante Neel naar buiten. Ze lieten een penning zien en gingen naar binnen, mannen van de C.C.D. Dat was net wat voor Jaap. Die stond al meteen op kookpunt ... die kerels komen natuurlijk wat halen. Eerst eens even kijken wat ze in hun tassen hebben..... Twee halve kaasjes en wat boter ... Dat moeten we even keuren jongens. Thijs haalde zijn Moormannenmes te voorschijn en al gauw waren er drie dikke plakken afgesneden. Eeven later moest de andere kaas het ontgelden ... We stonden te gieren van de lach bij dit geval. De kaas was echter niet eens lekker en Jaap zei al meteen die zal wel van Siemen zijn, want die maakt ze zo waterig. Oome Dorus die het geval natuurlijk te weten kwam kon zich daar niet mee verenigen en we kregen een reprimandum te incasseren.

Laatste nieuws; De gepakte onderduikers zullen morgen ochtend op transport gesteld worden naar Amsterdam.

22 Maart 1945 Pracht weertje.

Als het niet zo'n nare tijd was zouden we zeggen, we leven gelukkig en tevree en je leeft voor je plezier. Ik heb het melkgoed geboend en een boeier vol mest gegooid juist komt Binistant bij Tante Ma en deze vertelt even, dat de jongens door de Ondergrondse zijn bevrijd. Resultaat 6 Jongens vrij 2 Moffen dood en twee gewond alles volgens de eerst berichten. Plaats des onheils Noordervaart. Cor Groen gaat het ziekenhuis uit en is inmiddels al weer in Ursem aangekomen.

Dat muisje van vanmorgen heeft een staartje. Bericht binnen gekomen; Moffen op de buurt gesignaleerd. Gevolg voor ons; Meteen huisarrest. Wij naar de binnenkamer, gordijnen dicht, hol open zodat we als de nood aan de man komt er meteen in kunnen. Lezer, als U dit stukje leest, dan denkt U zich maar even in de toestand van die morgen. Ik heb gauw even mijn dagboek gepakt ben volgens een nieuw gezegde in mijn pen geklommen en heb dit stukje van deze dag terwijl de moffen op Ursem waren omstreeks elf uur geschreven. Jaap en Thijs lagen op bed wat te lezen en ik zat wat te pennen, Alzo brachten we de morgen zoet. Even later komt verdorie Toon Jonker voorbij en die vertelt dat de moffen alweer verder zijn naar de Noordervaart toe.

Na de middag gaan we maar weer naar de bouw toe bonen op zoeken. Als ik des avonds aan het koken ben komt Henk Ursem en die vraagt of we meegaan de polder in om daar te gaan slapen, daar er repressaille verwacht wordt. Oome Dorus vindt het echter te gevaarlijk zei dat we maar thuis moesten blijven, omdat ze tegenwoordig de boet- ook al niet meer met rust laten. Eerst wordt er besloten in het hol te kruipen. Nu dat is iets waar ik het helemaal niet opgesteld heb en ik probeer de meingte dan ook te bewegen om te waken ik zal weg beginnen. Het voorstel wordt niet aanvaardt en we gaan in het hol. Brrrrrrr enfin je moet wat over hebben voor je eigen veiligheid.

Siemen Ursem maft ook bij ons die is te gast bij ons dus het zal wel gaan. De nacht spiegel gaat mee plus een lamp we hebben dus nergens gebrek aan. Het treft voor Jaap echter slecht want die was niet goed. En dan in zo'n ruimte te slapen. Ik kreeg toch in de gaten, dat ik vroeg op kon staan, ik was tenminste al om zes uur wakker. Het is prachtig weer en met de oorlog gaat het goed volgens onze krant is gisteren Coblenz gevallen.

25 Maart 1945. We mogen niet naar de kerk.

De veiligheid eist dat we thuis blijkven, dus bidden we thuis onze gebeden. We hebben nu een nieuwe moffenopperbevelhebber in het Westen. Die ander schijnt pijn in zijn buik te hebben. De nieuwe schijnt er echter al meteen zin in te krijgen want naar het schijnt heeft die om de capitulatievoorwaarden gevraagd We rekenen nu weer op de Vrede. Nog een week op wat en het zit er op. We hebben heel gezellig op de dijk wat staan praten.

26 Maart 1945.

We hebben pootaardappelen gesorteerd en eens echt ouderwets gekeuveld. Ik geloof echter dat Jaap en Thijs in de gaten hebben gekregen, dat ik nog aan de ondergrondse ben. Het is wel aardig, maar dat je zo nu en dan de zaak moet omdraaien, dat deugt nu eenmaal niet. Enfin, als enigste verontschuldiging, zou kunnen gelden het goede doel. Vanavond moeten we gaan oefenen in de polder op het land van Piet Koelemy. We hebben allemaal wapens gekregen. De opperste leiding van onze sectie zal ook even komen kijken. Nieuwe oogst 2 Lammertjes. Nieuwsberichten uit onofficieele bron. De OrtsKommandant van Amsterdam is er vandoor en de ondergrondse heeft het heft in handen. Nu als dat waar is dan krijgen wij ook wel gauw een beurt, en dan sta ik wel weer gauw achter de toonbank.

Vandaag moesten de koeien geleverd worden. Oome Dorus heeft het echter niet gedaan en zal eerst de kat maar eens uit de boom kijken. Als ze er nu maar geen twee uit het land komen halen. De avondoefening is goed verlopen. Ik had alleen moeite om een redelijke verklaring te vinden om weg te komen. Bertus Molenaar een onderduiker die me in het geheel niet sympatiek is zou me komen halen om te kaarten. Ja Oome Dorus nou niet kwaad worden, want als ik het vooruit geweten had, dat hadden ze de hele troep van mij cadeau kunnen krijgen.

Onze rit gaat via het weiland van Oome Dirk over de gauw naar het weiland van Siemen Veldboer. Daar is het hele peleton al compleet om weg te trekken. Stenguns, mitrailleur en handgranaten liggen in de boeier en zo trekken wij er in de duisternis op af. Je kan bijna geen hand voor ogen zien. Eerst marcheren, dat schijnen we al goed te kennen. En nu gaan we over tot de aanval. In de verte zijn een paar jongens opgesteld die de vijand moeten voorstellen. Wij erop af. Het grootste gebrek is dat er zoveel slootjes zijn waar we in galop over heen moeten. Piet Mulder is het eerst slachtoffer die er over moet en er bijna middenin zit. Al gauw hebben onze jongens echter een plaatsje gevonden, waar het water niet zo breed is en achter elkaar springen we er over beladen met ons geweer. Het begint spannend te worden, want we moeten al kruipend over het natte gras verder. Onderwijl beginnen de jongens op zijn Hollands te "kankeren" waar al die flauwe kul nu nog voor nodig is, want die moffen geven zich toch wel over.... Enfin, omdat er een hoge Piet bij is wordt het gedaan. Deze staat van uit de verte met een verrekijker toe te zien hoe het zaakje verloopt. Fuut ... fluitje van verzamelen. Weer over een aantal slootjes en de diverse leden, komen met een paar bemodderde bennen aangesukkeld. Ondertussen is het al weer tien uur geworden en ik moest om half tien thuis zijn, wat mij betreft moesten ze er dus maar een punt achter zetten. Gelukkig duurt het niet lang meer. We krijgen een lijst met verschillende tekenen erop die we uit ons hoofd moeten leren en verder horen we verder nieuws later wel. Terug heb ik nog een hevig debat met de onderduiker van Freker. Dat is er een van het type, die wel eens de les zal lezen aan die boeren... hij heeft het echter niet verder gebracht dan een paar moffen laarzen aan zijn benen en veel gekanker. Zulke zijn echter niet gezellig voor de goede verstandhouding in een troep.

27 Maart 1945

vervolg... maart 1945